abominabele pers; en niet op eenige grond, waaraan wij hebben gedacht, maar wegens: gebrek aan idealisme, aan positiviteit etc. etc.; er komen geen ‘groote figuren’ in voor! Defresne heeft het stuk voor vertooning geweigerd, met een brief, die ik je voor de curiositeit mee toezend (graag terug!). Ik heb hem nog niet geantwoord, voel dat heele verzoek om antwoord als een beleefdheidje voor meneer den criticus, die ook ter Braak heet en zich zou kunnen wreken (n.b.!). Ik laat nu iedere gedachte aan opvoering in Holland varen; mocht er een van de tooneelboeren, uitgezonderd van der Lugt, dien ik weiger, er om komen, dan kan hij zijn gang gaan. In ieder geval doe ik er geen moeite meer voor.
Ik had nog een fraai interview met den duikboot-notaris Koster, dat ik je heb laten zenden. Heel curieus, deze heer, het complete fatsoen en de ‘echtheid’ van b.v. een Muller schitterend bewijzend. Een goochem, humoristisch, vredelievend man, zeker symphathieker dan een dozijn handelaren in tabak of zeep, zooals je op zijn portret ziet gedecoreerd en gesnord. Ik hoop, dat je van zijn logica hebt genoten; het mooiste is eigenlijk, dat hij den heelen tekst eerst wou approuveeren (hij woont in Parijs, quai de Passy, in jullie buurt) en er geen woord aan veranderd heeft; ‘vous avez tout à fait exprimé les mots et le sens de notre conversation’, schreef hij me terug. En vandaag kwam er al een ingezonden stuk van een groote-figuren-pacifist, die het gesprek voor een mystificatie hield, omdat die Koster zich niet demonischer uitdrukte!
Le temps du Mépris nog niet gekregen. Zeer benieuwd. Als Jan het niet dadelijk gedaan heeft, schrijf ik er natuurlijk over in de krant. Ik zou eens een heele middag alleen met Malraux willen worden opgesloten, om volkomen onafgeleid met hem te kunnen praten (ook naar aanleiding gesprek met Heverlé).
Otten en Gorter kan ik je zenden, Freek moet ik aan Vestdijk vragen. Ik zal Ant vragen alles te verpakken. Ik voel wel enigszins je bezwaar tegen mijn Gorter-critiek; zij leidt tot een nieuw soort ‘objectiviteit’, van nieuwe begrippen; maar alleen consequent doorgevoerd, en daarvoor pas ik. Als ik niet in een krant