Cor (of Bob) een beetje stevig aan het verstand bracht dat wij tòch niet leven onder de Mallisoren.
Nu de stukken. Als alles hier is, zal ik zien wat ik schrappen kan om zoo weinig mogelijk aan Q. te sturen. Misschien vraag ik hem ook mij het een of ander uit de copy in Holland terug te sturen: een stuk over Drieu bv., dat er tenslotte, geloof ik, best uit kan.
Nu ik de Vlamingen over die spelkwestie gelezen heb en jou ook, vind ik mijn stuk haast overbodig. Maar misschien kan ik er toch nog een aardig slotwoord bij doen. - Ik ben benieuwd te hooren wat je van de novelle van Larbaud vindt.
Rudie schreef me over zijn slagen. Ik stuur je binnenkort, als contra-prestatie voor de Politicus, 3 dln. Théâtre van Stendhal. Een samenraapsel, maar voor zijn werkmethode toch hier en daar heel curieus. Zelfde uitgave van Rome, Naples et Florence (Le Divan). Ik moet er nog even een stuk over schrijven voor de N.R.C.
Ik wil de romans van Vestdijk ook graag lezen, maar als ze gedrukt zijn, en ineens. In het fragment in Groot-Ned. leek ‘meneer Visser’ mij erg op Boutens te lijken - (dit is geen fraai nederlandsch, maar soit). Heb je V. nog over die al te broederlijke navolging van Joyce gesproken? Wat heeft hij op zooiets te antwoorden? Ik zou het niet begrijpen als hij niet inzag dat zooiets niet gaat.
De zin die ik je vroeg te vertalen staat in het verhaal van Larbaud en is: ‘Piis adauge gratiam’. Wat is dat? Het staat, meen ik, als opschrift boven een kerk.
Heb je al plannen voor de vacantie? Wij weten nog altijd niet zeker of we naar Tanger of naar Sestri zullen gaan, maar tot eind Juli zijn wij hier. De richting van onze vacantiereis hangt in dit geval, zonder dat zij het weet, van Darja af! Heb je die paperassen van Slau al ingekeken? Neem er wat uit voor Forum en stuur mij de rest door.
Terwijl ik dit schrijf, komt door het raam weer de verrukkelijkste radiomuziek, in een schat van oude moppen: Strauss, Dollarprinzessin, Coppelia. Ik ben dol op dit soort muziek, veel