456. M. ter Braak aan E. du Perron
R'dam, 30 Sept. '33
aant.
Beste Eddy Vele stukken van je wachten op antwoord. Ik heb al maar in die Vaderland-historie gezeten, en de oplossing is er nog niet. Het gevecht tusschen S. en de L. schijnt nu zoo hevig te zijn geworden, dat zij elkaar niet meer kunnen luchten of zien en de beslissing verdaagd hebben tot 15 Oct.; alsdan komt n.l. de heer Nijgh uit Amerika terug. Ik was gisteren bij Schilt, en kreeg den indruk, dat hij enorm nijdig is [...]. Hij verzekerde mij, dat hij zijn voordracht zoo koppig mogelijk zou verdedigen. Desalniettemin: wat kan één fatsoenlijk man tegen een handige kunstreporter en een schlemihl van een zakenman! Ik heb er niet de geringste fiducie meer in. - Ter afwisseling gisteren op invitatie van mevr. Dèr Mouw ten haren huize met Ant een inleiding met voordracht over D.M. bijgewoond van een zekeren X., predikant te Haarlem. Bij alle goede bedoelingen was het niet meer dan de ‘omdreuning’ van Dèr Mouw tot een soort vrijzinnig-christelijk Brahmaan, waar de dichter zelf zich een ongeluk over gelachen zou hebben. (Gelukkig meende mevr. Dèr Mouw, die heel aardig is, dat ook ongeveer!). Er was een prachtig Haagsch publiek (berekend op Borel), waar wij veel pleizier over hebben gehad; dames met spangen in het haar, een half-seniele musicus, die Brahman ‘op muziek wou zetten’, een dochter en schoonzoon van Dèr Mouw met een zwarte schotsche terrier, die Wielemans heette naar een Brusselsche verhuizerij en ook een zeer dom man, geheeten Y., die mij een half uur lastig viel over het ‘forum’, alles om mij te laten merken, dat hij in de Indische Courant over litteratuur schreef. (het werd zeer goed betaald, zei hij, en men las in Indië zeer veel goede boeken en alle tijdschriften). Deze man had de domste oogen, die ik in jaren gezien heb, en een flodderdas om de aandacht op die oogen te vestigen. Hoofdconclusie van den
avond: Dèr Mouw was eigenlijk een zendeling van de V.C.S.B., en eigenlijk een Christen, ‘in den zin van Keyserling’. De heer X. kwam in de pauze (sandwiches, bouillon, Wielemans blaft!) mij bezweren, dat hij, als hij geweten had, dat ik er was, zeker