over een jaar de zaak kunnen stop zetten, althans onder den naam Forum (anders zet Zijlstra er 3 andere Hollanders in: bv. Den Doolaard, Donker en Theun de Vries en alles blijft voor het publiek dik in orde) en dat er een scherp-uiteenzettend voorwoord komt - kort maar zonder transigeeren - in nr. 1 van de 3e jaargang.
Wacht nu de antwoorden van Marsman en Greshoff af voor je beslist. Schrijf mij dan wat je zelf ervan denkt. Voel je er dan nog even weinig voor als nu, dan leg ik mij bij voorbaat zonder verder protest neer bij je besluit tot opdoeken, met eere crepeeren, etc.
Nu nog een practische geschiedenis. Je wilt mijn verhalen in November zetten en mij een voorschot laten zenden in October? best. Maar je vergeet dat er ook nog een groot essay van me ligt over de Liaisons. Wanneer komt dat er dan in? In December? Het is mij goed, maar komt Kostersloot er dan ook nog bij? Dat is ook veel tegelijk.
Wanneer schrijf jij je stuk over Malraux, en waar? Zou je dan niet dezen Tielrooy (en zijn mentaliteit) daarin willen ranselen? Of deze mentaliteit zonder den Tielrooy, als je dat beter vindt (ik, ondanks Nietzsche, voor Holland vooral, nog steeds niet!) Dat stuk van dien idioot is zoo typisch zoo 100% en à la Coster-Van Eckeren weer de bezadigde, wijze - o zoo wijze - Polderlandsche aartslul alweer, dat hij eenvoudig als illustratie behandeld al zoo uitstekend zou zijn. - Die brave Van Eckeren schreef mij onlangs ook een lange brief terug. Hij bedoelde het werkelijk uitstekend, maar ik kon niet meer antwoorden of ik had grof moeten worden en hem zeggen dat ik hemzelf een even erge kloot vond, zij het in de brave gebruiksvorm, als de dreunende Coster. Iemand die uitgaat van het standpunt dat Coster en ik, of Tielrooy en Malraux, feitelijk gelijke waarden vertegenwoordigen en alleen maar andersoortig zijn, kan door ons alleen worden uitgemoerd of genegeerd. (Daarin althans hadden de Fr. surrealisten instinctief de juiste methode gevonden!)
Ernst von Salomon is een jonge Duitscher die meegedaan heeft aan het vermoorden van Rathenau. Die Geächteten zijn zijn ‘memoires’; Die Stadt is een roman. Het rammelt erg en is vol