als het z.g. genie, er is niet een ‘iets’ tusschen die twee; des te meer reden, om den notaris tegenover het genie een caricatuur te achten. Ik wil echter iedere poging, om den mensch van den mensch los te maken, afwijzen, ook die van jou, als je den notaris een ‘ploert’ neemt. Daar zit tenslotte weer een christelijke appreciatie achter, gebaseerd op ‘god’ en ‘duivel’! Ik wil den notaris accepteeren, ook al ergert hij me en verpest hij me het leven, desnoods. Pas dan, en niet eerder, kan ik hem weer op alle punten bestrijden. Hoe? Dat weet ik momenteel zelf niet. Misschien weet ik het over vijf jaar. Ergens achter in mijn vacantiehoofd begint heel vaag een idee op te komen van een romanfiguur: ‘een man, die tot het volk wil spreken’ (met al de gegevens uit den Politicus tot zijn beschikking!) en die, natuurlijk, faalt. Maar niet pessimistisch, niet retireerend. Het is een zoo vaag idee, dat ik er voorloopig geen vorm aan zou kunnen geven.
Paap heeft me inmiddels danig gedesillusioneerd. Jeanne Collette: stom vervelend. Konings recht: slechte kant Multatuli. Max Dannenberg: eindeloos geouwehoer over polyandrie en dergelijke liefelijkheden meer. De kapelaan van Liestermonde: een tendenzroman, om den felsten antipapist geloovig katholiek en ‘anti Paap’ te maken (5e rang). Doodsklok v.h. Damrak: weer stom vervelend. Er blijft nu het wonder Vincent Haman over, des te aantrekkelijker om er een stuk over te schrijven! Want dat boek is van a tot z boeiend, bijna nergens te lang, werkelijk geestig, terwijl de andere boel flauw is. Er zit werkelijk een stuk in, en Paap interesseert me eigenlijk nu nog meer, dan wanneer zijn andere werken ook zoo goed waren gebleken. - Over Elsschot accoord! Ook hij mist tenslotte datgene, dat hem waard zou maken door buitenlanders gelezen te worden. Hij is en blijft: een romanschrijver. - Ik lees hier onderwijl een Gide, die ik nog niet kende: Le Voyage d'Urien. Dit soort Gide heeft altijd een kant, die mij erg hindert: Böcklin's Toteninsel komt me, al urieneerende (deze flauwe mop is te wijten aan de eenigszins onjuiste uitspraak, gisteren, van de titel door Ant's zusje), steeds voor den geest. Er is dan nog wel iets anders bij,