zoodanig moet het dan maar optreden. Ook zal ik mijn vondsten niet meer overschatten; mijn toon klonk misschien wat onjuist-heroïsch, maar het was alleen maar ten opzichte van Robbers bedoeld! Je had gelijk, me op dien toon te wijzen; die was een ietwat te felle reactie op Marsman's toon. - Nog een speciaal verzoek: kun je niet iets bedenken op de relatie juffr. v.d. Wall-Lucas, die, zooals het er nu staat, werkelijk wat al te toevallig aandoet? Ik bedenk zelf ook al, maar heb hier den tekst niet om op een idee te komen.
Le Pari hoop ik gauw te lezen! Je opmerkingen daarover maken me erg nieuwsgierig. Gisteren ‘amuseerde’ ik me in den trein met Mes Songes que Voici van Maurois: de grootste mediocriteit, die er maar te bedenken is. Ik wou er een paar pagina's in Forum over schrijven.
André Walther, p. 163: Il faut lutter continûment. - Continu et continuel existent, - continuellement oui, mais continûment? Je ne sais pas, - j'aurais besoin d'un dictionnaire... (Douloureusement, emphatique, trop espagnol - du dehors - pas d'intimité - il faut douloureusement, qui bien plus discrètement pleure. -
Ik wacht maar tot het slot van dezen brief om nog eens over de panopticum-geschiedenis te beginnen. Eenerzijds zou ik er niet op willen terugkomen, anderzijds wil ik er mijn mond toch niet over houden. Dat Bouws weer zijn administrateursmond niet heeft kunnen houden en precies tegen mijn gegevens in de ‘zaak’ tot een redactioneel punt heeft gemaakt, kan mij tenslotte koud laten; het verbaast me alleen, dat je daarover nu nog nijdig wordt en zelfs mijn reactie op die stukjes daarmee min of meer gelijkstelt. Ik verwerp absoluut de gewichtigheid van dat soort secretariaatsbriefjes; zijn beroep op Maurice is gewoonweg idioot. Maar ik wil zelf deze quaestie uitboren, niet op het stuk van die panoptica zelf, maar in het algemeen. N.l.: moet ik in het vervolg, bij het ontvangen van korte polemieken van jou, mijn meening voor mij houden? Moet ik je dus in dit opzicht ‘respecteeren’, omdat je anders dadelijk een ultimatum stelt? Het zou me godsonmogelijk zijn, of de heele basis van onze vriendschap zou verdwijnen. Je hebt mij onbillijk behandeld