Briefwisseling 1930-1940. Deel 1
(1962)–Menno ter Braak, E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 407]
| |
brief zijn net weg, nu je aanvullende briefkaarten komen. Het valt me geweldig mee, dat Zijlstra zoo bliksemsnel met Coster opereert! In zulke dingen is hij toch werkelijk ‘een heer’. Corrigeer nu niet te veel, want anders krijgt hij vat op mijn bedrag van ƒ 250. Volgens v. Kampen is er zelfs mogelijkheid om te verdienen, als de heele oplaag à ƒ 2,50 wordt verkocht. Ik hoop het! Vandaag nog een laatste dag van het jaar aan den Zieke gewijd (die overigens maar heelemaal niet ziek wil worden). Ik heb nu 105 pagina's, ben er over tevreden. Het boek zweept me soms zoo op, dat ik vergeet, hoe betrekkelijk schrijven waarde heeft. Ik zal je, als ik Nietzsche contra Freud afheb, de doorslag van dat en Geschiedenis eener Intelligentie sturen. Het moet goed zijn, zoo'n gevoel heb ik, of anders ben ik niet goed. Wat trouwens best het geval kan zijn. Ik stel N. als den ‘vriendenstijl’ tegenover F. als den ‘publiekstijl’; F. is daarvan de superieure vertegenwoordiger, ik kan hem hier en daar zelfs geniaal noemen, dat maakt de tegenstelling des te vermakelijker. Mijn eerste ontmoeting met de psychoanalyse zal je zeker pleizier doen! Gelukkig, dat ik er geen idee van had, dat de sombere revolutionnair Malraux behelsde! Het zou mijn opinie beinvloed hebben. Ik blijf bij mijn meening; eigenlijk zegt hij superieur, wat een zekere socialist Garmt Stuiveling over Mikrochaos zegt in een artikel, dat ik je zend. In een ‘reelegjeus-soosjelistisch’ weekblad. Wij tellen niet mee, inderdaad, maar telde Nietzsche mee? En toch lezen wij hem, vijftig jaar na datum, terwijl diverse Esdeapeeërs uit die dagen druipen van het lijkenvet. Ik ben op dat ‘niet-meetellen’ volledig ingesteld, al zal ik er een paar bladzijden aan wijden in de Zieke. Ik ga straks Dumay nakijken. In Forum zul je zien, dat ik de ondertitels van de hoofdstukken wegliet; ik meende n.l., dat je alles wou samendringen in ‘Dr. Dumay verliest dit of dat’, en dat leek me onmogelijk. Maar ik zie nu, dat je het vrijer doet; als het aardig is, en dat lijkt me nu wel, zet ik de titels in de boek uitgave. Dus zet ze er wel bij! | |
[pagina 408]
| |
Je stuk De Smalle Mensch viel me inderdaad bij herlezing nog mee; d.w.z. ik voelde op meer plaatsen dan eerst contact. En passant heb ik Diderot van Billy gelezen, niet om Billy, maar om Diderot. Zijn ‘Neveu’, dien ik steeds prachtiger vind, is blijkbaar wel historisch, maar de dialoog geenendeels. Ik had zooiets vermoed. Curieus is dat ‘vertu’ - idealisme in een man als Diderot; het woord moet toch wel een heel andere, veel polemischer klank hebben gehad dan tegenwoordig. Daarover ga ik ook nog eens schrijven, als ik meer gegevens heb. Voorloopig houd ik me aan de Zieke en ook zal ik dezer dagen de Liaisons-dialoog bewerken. De oudejaarsavondsfeer hangt hier zwaar. Ik ga morgen naar Zutfen, Maandag weer naar Rotterdam. Tot nader dus! Groet hartelijk Bep en zelf een hand van je Menno | |
Later. Dumay gecorr.Dat ‘lichamen vormeloos’ is een beste vondst! Ik heb alles overgenomen aan veranderingen, behalve de ‘vermicellisoep’ op het eind, die ik voor het effect laat staan. Dank!! |
|