Dumay verschijnt, 80 pagina's groot zijn, met dien verstande, dat ik voor dat extra-vel van honorarium afzie. We hebben dus evenveel ruimte als anders. Ik heb die Kolibri's van Slau nog niet gelezen, maar het lijkt me een mengsel van infantilisme en seniliteit, bij oppervlakkige beschouwing! Zou hij werkelijk aan het eind zijn? En de versjes van Hendrik de Vries vond ik maar zeer matig aardig; ik ben niet tegen opname, maar ook niet voor; laat Maurice het maar uitmaken.
Verder heb ik nu definitief Coster geregeld. Ik heb Zijlstra opdracht gegeven, mij het boek ultimo Januari ‘op te leveren’. 250 of 300 ex., al naar gelang de kosten van de correctie mee- of tegenvallen, en 10 op holl., die je dan moet signeeren, want daaraan moeten we ‘verdienen’! Ik heb nu: ƒ 50 van mezelf, ƒ 50 van Nijkerk en (n.b.!) ƒ 50 van Bouws, die zich vreeselijk verontschuldigt over de slechte tijden (hij verdient, godbetert, altijd minstens ƒ 500 in de maand! maar ik kon hem niet meer afpersen). Er ontbreken dus nog ƒ 100. Krijg ik ze niet bij elkaar, dan waag ik het toch; allicht haal ik er het bedrag uit.
Ik wacht nu even op de post, om te zien, of er iets van je is. De Liaisons-quaestie moet ook nog even wachten op de school. Ik ben het volkomen met je eens: Mme. de Mertueil is symphatieker dan Valmont; haar ‘biecht’ is trouwens het beste stuk van het boek. Maar in beide zit de kant van ‘nijvere werkzaamheid op erotisch gebied’ (= domheid), het volslagen gemis aan humor voor de ‘industrie van gevoelens’, waarmee zij zich in hun oneindig-rekbare vrije tijd ophouden. (Er schiet me ineens een klein detail te binnen uit de Liaisons, ongewild symbolisch: als Mme de Mertueil door de pokken geschonden is, verdwijnt zij naar... Holland! Waarschijnlijk, om eindelijk in de armen van Dirk Coster verhevener en geestelijker zaligheden deelachtig te kunnen worden?).
Toevallig ben ik juist, in een oogenblik vrije tijd, in je correspondentie gevallen, die werkelijk al een boekdeel beslaat! Het was voor mij nu al boeiender dan een roman. Ontzettend gek, de brieven uit de G.-periode! De eerste opmerkingen over een