of van alle charme verstoken, mannen. Ik schreef je gisteren in een badineerende toon over de ontmaagding; maar ik sta daar feitelijk veel ernstiger tegenover, en de waarheid is dat ik de maagd altijd nog een heel stuk sympathieker vind dan de ontmaagder. Nu is de ontmaagder specifiek de triumphator in zulke gevallen: ik bedoel van verleiding, mannelijk overwicht, enz. Als je bedenkt hoè drastisch-bête de mannelijke trots al is van den bordeelbezoeker, die na verrichte arbeid, weer ‘beneden’ komt, en die meestal moeite heeft om geen hooge borst te zetten van zwellend zelfgevoel na zijn mannelijke prestatie, dan heb je ongeveer een idee van het walgelijke triomf-element in de naroes van den ontmaagder. Valmont heeft, alles bijeen genomen, afgescheiden van zijn ‘eerlijkheid’ dan om alles op papier te zetten (maar deze was technisch al noodig, want anders had Laclos geen roman in brieven kunnen schrijven en niets kunnen maken van die boeiende 18e-eeuwsche compliciteit tusschen de examants Valmont-Mertueil), maar één beter moment, één menschelijke troef: wanneer hij erkent dupe te zijn van zijn eigen pathos, als hij de présidente de Tourvel eindelijk verovert. Precies zooiets, en eerlijker nog, met nòg minder fanfaronnade, en dus beter, vind je in de mémoires van Lauzun, in de episode van Prinses Czartoryska, als de verleider gaat bloedspugen, omdat de vrouw hopeloos lijkt. Lauzun houdt effectief nòg meer van Prinses C., als Valmont van de presidente - d.w.z. is nòg minder dupe van de heldhaftigheid die hij zijn rol nu eenmaal verschuldigd is. - Ik geloof dat ik rijp ben voor een groot stuk over de verleider = de gebraden haan, de vulgaire pauw, de ridicule chance-fokker, enz. enz. bij uitnemendheid, en kortom, wat ik je vroeger al zei: de dappere haan tegenover de kip, die zich alleen maar ‘racheteert’ als
hij ook nog een dappere haan tegenover een andere haan vermag te zijn. Valmont nu blijkt, als het erop aankomt, erg gauw weggeprikt te kunnen worden door iemand die hij den heelen tijd aanduidt als le petit Danceny. Ik zou dien petit Danceny wel eens beter belicht willen hebben dan Laclos het deed; Laclos heeft zóó'n interesse in de slimmigheden van Valmont, dat hij van Danceny een vage ‘poëet’