uitgever. En jij vindt dat een aardige vent? Ik vind het dan een bêteling en een kaaskop, verder niets; iemand die bij X. niet in de schaduw kan staan (en God weet wat dit zeggen wil!) De man schijnt niets te begrijpen - wat ik hem vergeef - maar bovendien nog van een akelige, kleinburgerlijke, Polderlandschfatsoenlijke bangigheid te zijn, qui m'écoeure. Wie weet of hij zijn bangheid niet nog overwint; ik ben er nù al tureluursch van, maar gegeven het definitieve karakter dat deze breuk tusschen die groooote firma en mij hebben zal, wil ik wachten tot November. Gaat Schetsboek dan uit Forum, dan komt Coster ook als boek uit, en tant mieux. Anders: het stuk absoluut in Forum en Zijlstra mag verder voor mij de pip krijgen. Dit alles heusch eigenlijk minder voor Coster zelf (dat ik tòch ergens uitgegeven krijg, natuurlijk) dan wel om de lammenadige, misselijk-bange manier waarop deze historie van het begin af behandeld is, en die me extra op stang jaagt als Bouws begint met zijn beroepjes op mijn ‘goed hart’ waar ik over ‘strijken’ moet, met de grapjes dat ik ‘a good lad’ moet zijn, enz. De dupe te zijn van den Hollandschen uitgever Zijlstra in een affaire als deze, verdom ik. Ik zal een goed hart hebben en a good lad zijn, als hij ook aan die eischen voldoet, anders mag hij voor mijn part barsten.
Dit vanuit een gecompliceerde verhuis-en-installeer-activiteit. Schrijf gauw. Hart. groeten, je
E.
P.S. - Als Bouws de zaak met je bespreekt, laat hij dan de beide brieven van mij hierover vertoonen.