den geheelen mensch. Men zal, juist als bij Donker, zich nog een tijdlang op zijn subtiliteit (die overigens veel beter is dan die van Donker!) blind staren, en hem daardoor nog meer tot Vlaamsch meester-prijzen-letterkundige maken, zonder te zien, dat hij langzamerhand officieel is geworden. Hoe verleidelijk schijnt toch die officieele waardeering te zijn! Een ‘algemeen geacht schrijver’ is zelfs voor wezens met behoorlijke begrippen een achterdeurtje, dat altijd open blijft staan. Er is maar één weg, om daaraan te ontkomen: veel lachen. De flauwe kul van Slauerhoff in zijn Open Brief aan de Maatschappij is daarvoor b.v. zeer geschikt! Al beschouw ik die ‘lollige’ toon als een zelfverdediging; iemand, die vaster in zijn schoenen staat, antwoordt met minder moppen.
In de practijk ben ik er voor, waar M. een geschikte vent is, het zoolang mogelijk te probeeren. Ik heb hoogsttoevallig geen anti katholieke bui, kan zelfs op van Duinkerken onmogelijk meer warm loopen. Ik meen, wat ik zeg, in Man tegen Man: het katholicisme is voor mij curiositeit geworden en ik kan alleen maar huilen van het lachen om zulke ‘gebaren’ als die van Maurice ad maiorem Dei gloriam. Ten overvloede heb ik laatst in het filmjournaal het Eucharistisch Congres gezien... Maar eens komt er, of bij jou of bij mij, natuurlijk iets erg kettersch boven en barst de bom. Ik denk, dat ‘Vlaanderen’ wel steeds bijgelegd zal kunnen worden; maar de rots van Petrus? Pasce oves meas, weid mijne schapen, sprak de Heer tot Maurice; etiam in Foro paganorum! - Toch heb ik geen onprettige nasmaak van de vergadering, omdat wij tenslotte van ons hart geen moordkuil hebben gemaakt en Maurice nog niet ‘bitter’ wordt, als er een hard woord over den paus valt. Quo usque tandem? Zal hij eindigen als van Eeden, opgestopt met crucifixen?
Ik stuur binnenkort f 10 of als het kan wat meer naar Henri Mayer; er kwam n.l. een extra-tantième van de school vandaag, en dus zit ik er iets beter voor. In Shelley zat ik al zoo'n beetje te bladeren. Allicht krijg ik er plotseling vat op en maak ik er een artikel van over den dichter. Ik heb hier ook nog een boek van een zekeren Dekker in het afrikaansch over Keats en