om er een portje te drinken, dat ik je dan aanbied (te verrekenen bij een volgende occasie).
Het zou jammer zijn als Hiegentlich niet nog in dit nr. kwam. Maurice zou iets schrijven over een Vlaamsche aanblaffer van Paul v. Ostaijen. Is dat nog gebeurd?
Goddank dat Marietje de deur uitblijft. Dat was een heel wat zwaarwichtiger geval dan Ambrosia.
Ik ben blij dat je de annonce goed vindt. Op de drukproef kan ik het misschien nòg wat geserreerder en ‘koeler’ maken. - Ik schreef je gisteren, meen ik, dat het stuk over Lawrence af is en naar Bep voor 't overtypen. Ik heb er echt moeite voor gedaan, resultaat 15 blzn. ms. Het is van veel meer belang dan ‘Trotsky’, dus dan moet die revolutie-historie maar worden uitgesteld tot na Coster. Trouwens, over de revolutie heb ik nog meer te vertellen; misschien maak ik er later dan een soort ‘vervolg’ bij, over Bakoenin bv., of St. Just, of Sawinkov. Voorloopig moet toch alles blijven liggen voor Coster; maar Lawrence niet, al was het alleen maar omdat X. er misschien wat uit zal leeren! - Ik stuurde 2 sonnetten naar Bouws.
En wat is er van je novelle geworden? - Ik las bij Gr. in het U.D. een stukje, overgenomen uit Opw. Wegen, en dat bevatte: jeugdherinneringen van W.A.P. Smit aan jou, uitgesproken in een lezing die hij te Bandoeng hield! Prachtig, niet? Dat je den naam Nugae vond, en toen al was zooals je nu bent, en dat je op je 19e jaar al een merkwaardig stuk geschreven hebt, geheeten Gesprekken met de Maan. Naar dit laatste ben ik nu zéér benieuwd; kan je het me bezorgen?
En nog iets: Greshoff wil een bloemlezing maken van 100 gedichten, van dichters na Boutens (en van ieder één); daarom liefst langere gedichten. Hij vroeg me iets uit Adwaita, maar ik heb de tekst niet hier. Jij hebt die bundels toch; zou jij voor Gr. willen overtypen het lange gedicht, in deel II, in de afdeeling die door Vic zoo geestig - is betiteld (zie verantwoording achterin!) en dat ook geen titel heeft, maar beschrijft hoe Adwaita naar de geboorteplaats gaat van zijn gestorven vriendin. Pas op dat je niet te vroeg ophoudt, want het wordt telkens