het vers van Engelman (dat ik overigens nog niet gezien heb) vind ik intusschen niet zoo gek als jij, alleen ben ik het niet met hem eens. Ik ben van meening, dat de richting van een tijdschrift als het onze veel beter tot uiting komt door ook goede dingen van ‘de tegenpartij’ op te nemen (Marsman, Engelman) dan door exclusieve toepassing van een ‘wet’. Wij houden toch het heft in handen. Ik zou b.v. voor Vera Janacopoulos hebben gestemd. Maar ik kan me in Maurice's standpunt wel verplaatsen en vind het eigenlijk sympathiek, dat hij iets te rigoureus is dan omgekeerd. Overigens verheug ik me op een stuk van jou voor de poésie pure!! Dan zullen de ‘echte’ dichters heelemaal verlamd zijn en waarschijnlijk daarin scheiding van tafel en bed ontdekken! Waarop ik dan weer kom verklaren, het geheel met je eens te zijn. Ik kan me n.l. precies voorstellen, wat je voor de p.p. wilt zeggen! Dat zou ik er ook voor kunnen zeggen, vermoedelijk.
Natuurlijk nemen we het stuk van Vestdijk, desnoods in twee deelen. Ik ben zeer benieuwd, hoe hij een essay schrijft en wat hij wil zeggen. En ook, hoe hij zijn philosophisch ‘verleden’ zal verwerken. Dat is m.i. een gewichtig punt: de philosoof, die zich niet meer laat verlakken door de dikke termen.
Wat heeft Bouws tegen Greshoff gekregen? Ik hoop dat vanavond van hem in Atlanta te hooren. Ook, of hij al door jou ‘gestraft’ is. Hart. gr., ook voor Vestdijk, je
Menno
Als drukwerk nog een stuk van mij voor de N.R.Ct., op smeekbede van Vic in één uur geschreven, omdat hij ‘ohne’ was. Hij vond het, zei hij me, een goed artikel, maar ik was een dwarse dichterbestrijder, ik begreep niet, dat die woordopstopperij van Benn juist zoo mooi was.