122. E. du Perron aan M. ter Braak
Scheveningen, Zaterdag. [26 Maart 1932]
aant.
Beste Menno, Ik ben niet doorgegaan naar Bergen, omdat de advocaat hier moest komen voor Simone. Dus kreeg ik ook je brief niet. Daarentegen sprak ik Bouws en kwamen we mondeling tot een ‘voorloopig accoord.’
Verder schreef ik Scholte een brief, die hij wel ‘vol dreiging’ zal vinden, met verzoek mij mijn gecorrigeerde proef terug te zenden. Ik las nu zijn stuk in Filmliga en heb er me stevig mee geamuseerd. Zijn lyriek over den trein van Sternberg is heftig overdreven, maar zijn verdediging van de duiten van de massa is prachtig als standpunt, en de ‘overwinning van de avantgarde’, door hem uitgelegd, lijkt op de ergste nederlaag. Het einde is hartverheffend: ‘men maakt de koek nu tenminste als koek, en niet als zand en grint’. Waarop ik ga antwoorden dat ik niet zooveel illusie bezit als hij en mijn neus ophaal voor die koek die nog zóó naar zand en grint smaakt.
Kan je ervoor zorgen dat ik mijn gecorrigeerde proef spoedig krijg? Ik schrijf dan een artikel in 3 stukken: I. mijn artikel over Sjanghai Express. II. polemiek met Scholte. III. algemeene beschouwingen over het kunst-stadium van de film en over een nauwgezet gekweekte film-imbeciliteit (dit ga ik ook vergelijken met de poésie pure en het niet meer zien van het onderwerp door specialisten in het schilderijenvak!) Het kan heel amusant worden en ik wacht dan met spanning op antwoord van de hh. Scholte en Jordaan.
Ik was bijna naar Eibergen gegaan; maar vandaag komen de Marsmans voor een paar dagen in Scheveningen. Tot ziens!
Je E.