72. M. ter Braak aan E. du Perron
Rotterdam, 27 Juni '31.
Beste Eddy Je alarmeerend bericht over de V.Bl. schijnt, naar Bouws mij juist telefonisch meedeelt, voorbarig te zijn. Er zijn alleen ‘zwarigheden’, die Zijlstra nog met de huidige redactie moet oplossen, voornamelijk de quaestie van het secretariaat. Ik vind het zeer begrijpelijk, dat Zijlstra een zakenman als Bouws als intermediair wil, maar v. Wessem zit daar weer tusschen. Enfin, ik bemoei me met het heele zaakje expres niet, voor de overdracht of een feit of afgesprongen is. De rol van Bouws lijkt mij niet heelemaal onverdacht, maar ik wil afwachten. Het resultaat zal veel uitwijzen. In geen geval doe ik aan een ‘wippen’ van v. Wessem mee als redacteur, daarvoor bestaat geen enkel motief.
Hartelijk dank voor Tinan! Ik kon er nog niet in lezen, want ik verrek van het examineeren. Een hondsch baantje. Gelukkig is het einde in het zicht.
Met gelijke post verzoek ik mijn broer, om je de gewenschte inlichtingen te geven. Ik gaf hem je adres op, hij kan je dus direct bereiken.
Gisteren kreeg ik de duitsche vertaling van Wij Carnavalsgangers (Wir Karnevalisten). Er is n.l. een zekere heer Albert Vigoleis Thelen, die aangeboden heeft, het Carnaval in het duitsch te vertalen, en dien ik nu op het eerste hoofdstuk heb laten ‘proefstoomen’. Ik ben er werkelijk zeer content mee; dat hij ‘voetveeg’ door ‘Fusspfad’ vertaalt, is zijn eenige letterlijke fout, en voor de rest lijkt me de stijl goed overgebracht. De heer Thelen zal de vertaling nog dezen zomer afmaken. Ik voeg hierbij het proefstuk nog niet, want ik moet het Woensdag met hem doornemen; maar ik zal het meenemen naar Gistoux.