periode misschien niet eens kwaad zijn geweest, want je ‘gebrek aan ernst’ is in wezen een doodelijke ernst voor het psychologisch geraamte! Werkelijk, ik moet dan Eva kiezen, met haar ondoorvorschten schoot! Natuurlijk is er tusschen de verschillende verhalen qualiteitsverschil, maar ze zeggen me geen van alle iets. Geef mij het naïeve mannetje van Mont Martre, of geef mij Gogol's Doode Zielen dat ik nog weer eens las. Tschitschikow is een speciale darling van me, die aartsburger. Tot nu toe aanvaard ik van je werk volstrekt: Gebed, een groot deel van je poëzie, de Cahiers; met voorbehoud: Nutteloos Verzet, rest poëzie, en Een Voorbereiding. Poging tot Afstand boeit mij stukken meer dan G.a.E. Jezus, wat versmaad ik dat boek!
Malraux heb ik nog niet heelemaal uit, maar ik begin er nu toch de bedoeling van te voelen. De radio's in het begin zijn inderdaad sfeerscheppend, maar ik bleef er toch buiten, ben er nog buiten. Ik had me een boek van dien man veel directer en kernachtiger gedacht. De karakteristiek van Garine en dien heiligen Chinees is uitstekend, maar er zijn zooveel lacunes.
Nu ik erover nadenk, staan er toch ook wel betere dingen in B.G. aan E. Dit niet als hoffelijke concessie; maar ik zie, dat ik ongeproportioneerd overdrijf, omdat de sfeer me zoo tegenstaat. Zooals jou waarschijnlijk de zweet-S.D.A.P.-zilveren linten-lucht van Eva. Zouden we ons op dit waarschijnlijk toch niet geheel toevallige punt niet kunnen verzoenen, door er achter te komen, wat jou zoo tegen Eva, en mij zoo tegen B.G. aan E. deed uitvaren? Ik zou er b.v. geen prijs op stellen, als je me dit boekje wilde opdragen! En dan te denken, hoe ik van je Cahiers gevreten heb! Je ziet, ik wil je tot slot toch nog iets vriendelijks zeggen, maar ik meen het ook. Hart. gr. van je
Menno
N.B. Zeg, ik had je gevraagd in Februari hier te komen! Doe alzoo!