Verdrag SU met Litouwen
MOSKOU, 10 oktober - Litouwen en de Sovjet-Unie hebben vandaag een verdrag getekend, dat voorziet in de legering van 20 000 Sovjet-militairen op bases in Litouwen. Met Letland en Estland was al eerder een identiek verdrag gesloten.
De verdragen met de Baltische staten vormen de eerste stap op weg naar de annexatie door de Sovjet-Unie. In het in augustus gesloten Ribbentrop-Molotov-pact is bepaald dat Estland en Letland binnen de Sovjet-invloedssfeer zullen vallen en Litouwen binnen de Duitse. Daarin is na de inval van beide landen in Polen verandering aangebracht.
Toen Duitsland in september Polen aanviel werd zowel in Berlijn als in Moskou verwacht dat Litouwen Vilnius, het Pools-Litouwse gebied waarop het aanspraak maakt, zou innemen. Litouwen deed dat echter niet: het beperkte zich tot strikte neutraliteit.
Toen later in september het Rode Leger Polen binnenviel werd als gevolg van de Litouwse terughoudendheid ook Vilnius bezet; een logische stap gezien het feit dat Vilnius Pools gebied is, een onlogische omdat het in strijd was met de met Duitsland gemaakte afspraken. Op 28 september veranderden Ribbentrop en Molotov dan ook het geheime protocol: Litouwen valt nu in de Russische invloedssfeer.
De volgende stap van Moskou was een uitnodiging aan de regeringen van Estland, Letland en Litouwen de legering van Sovjet-troepen op hun grondgebied toe te staan. Als eerste ging Estland door de knieën. Bij besprekingen in Moskou eiste Molotov van zijn Estlandse ambtgenoot Kaarel Selter een militair bondgenootschap tussen beide landen en Sovjet-bases in Estland. Als Estland zou weigeren, zou het Rode Leger de bases zelf in bezit komen nemen. Op 28 september werd een akkoord gesloten voor de legering van 25 000 Sovjet-soldaten in Estland.
Op 2 en 3 oktober was Letland aan de beurt en twee dagen later tekende minister Munters in Moskou een verdrag voor de legering van 25 000 Sovjet-militairen op Letse bases. Bij de besprekingen had Stalin gesuggereerd dat Letland bij weigering het lot van het al van de landkaart verdwenen Oostenrijk, Tsjechoslowakije en Polen zou kunnen ondergaan en had hij openlijk gezegd dat het Russisch-Letse verdrag van 1920, waarbij Rusland afzag van aanspraken op Letland, ‘niet eeuwig van kracht kan blijven’. Ook zijn motief maakte Stalin duidelijk: ‘Peter de Grote heeft gezorgd voor een haven aan zee. Die hebben we op het ogenblik niet en die situatie kan niet blijven voortduren.’ De Litouwers zijn het moeilijkst te overtuigen geweest. Minister Juozas Urbsys kreeg in Moskou van Molotov te horen dat Litouwen Vilnius kan krijgen als het een verdrag met de Sovjet-Unie sluit voor de legering van 20 000 Russische militairen. Aanvankelijk weigerde Urbsys; hij keerde voor overleg naar huis terug. Toen duidelijk werd dat van Duitsland geen hulp te verwachten was moest echter ook Litouwen inbinden.