De Oostenrijker Seyss-Inquart wordt in plaats van stadhouder van Ostmark minister in de regering-Hitler. Henlein wordt benoemd tot rijksstadhouder van Sudetenland.
4.
Volkscommissaris van Buitenlandse Zaken Litvinov wordt door Stalin vervangen door Molotov. →
4.
De Nederlandse Tweede Kamer neemt de zogenaamde Oorlogswetten aan. →
8.
Spanje treedt uit de Volkenbond.
12.
Turkije en Groot-Brittannie sluiten een wederzijds bijstandsverdrag. Dit is een antwoord op de Italiaanse annexatie van Albanië.
14.
Binnen de Socialistische Internationale ontstaat een crisis. Het dagelijks bestuur, bestaande uit de Belg Louis de Brouckère en de Oostenrijker Friedrich Adler, stapt op.
15.
De Nederlandse regering publiceert het verslag van de commissie- Hart ten aanzien van Nederlandsch Oost-Indië: er worden geen wezenlijke concessies in aanbevolen.
17.
Denemarken, Estland en Letland gaan in op de Duitse voorstellen tot het sluiten van een non-agressiepact. Zweden, Noorwegen en Finland verwerpen dit.
19.
De Nederlandse minister van Financiën De Wilde (AR) treedt af vanwege een conflict met de katholieke minister van Sociale Zaken, Romme, over extra geld voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid.
21.
Op moederdag worden erekruizen uitgereikt aan Duitse moeders met veel kinderen. →