‘Karlsbader Programm’
KARLOVY VARY (KARLSBAD), 24 april - De leider van de Sudetenduitse Partij (SdP, opgericht op 1 oktober 1933), Konrad Henlein, heeft een rede uitgesproken die bekend is geworden als het ‘Karlsbader Programm’. De rede bevat acht eisen aan het adres van de Tsjechoslowaakse regering met betrekking tot de positie van de Duitse minderheid in het land.
De drie miljoen Duitsers, die in 1918 deel gingen uitmaken van de nieuwe Tsjechoslowaakse republiek, zijn nooit een volwaardige politieke kracht geworden. Vóór 1918 behoorden ze tot de heersende klasse van het land en waren ze gewend om de Tsjechen als hun ondergeschikten te behandelen. Alhoewel de zes Duitse partijen al in 1920 72 zetels in het parlement bezetten, hebben ze nooit in de regering gezeten. De Duitsers werden als minderheid tolerant en rechtvaardig behandeld, maar toch bleven er vele, vooral administratieve en economische, problemen onopgelost.
Politiek organiseerden de Duitsers zich in twee stromingen: de ‘negativisten’ (die na de oprichting van het zelfstandige Tsjechoslowakije afwijzend bleven staan tegenover hun nieuwe overheid) en de ‘activisten’ (democratische Duitsers, die zich bij de oprichting van de Tsjechoslowaakse staat hadden neergelegd en bereid waren tot samenwerking).
Nadat Hitler aan de macht was gekomen en zijn stelling over ‘alle Duitsers verenigd in één Rijk’ had gelanceerd, raakten steeds meer Sudetenduitsers onder invloed van het fascisme. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1935 kreeg Henleins SdP de meerderheid. Daarop verklaarde de Tsjechische rechtse Landbouwpartij zich bereid Henleins SdP in de regeringscoalitie op te nemen. Zij stootte echter op tegenstand van alle andere partijen. In 1935 en 1936 bezocht Henlein op persoonlijke titel Engeland en vestigde daar met succes zijn reputatie als een ‘milde’ gematigde partij leider. Henleins banden met nazi-Duitsland werden steeds nauwer en de financiële steun die hij van Hitler kreeg, werd steeds groter. In 1937 schreef Henlein aan Hitler: ‘Een overeenkomst tussen Duitsers en Tsjechen binnen de Tsjechoslowaakse republiek is nagenoeg onmogelijk en het Sudetenduitse vraagstuk kan slechts door het “Reich” worden opgelost.’ De SdP stelde gaandeweg steeds agressievere eisen: van zelfbeschikking tot inlijving bij Duitsland.
In zijn ‘Karlsbader Programm’ combineert Henlein op geraffineerde wijze redelijke eisen (bijvoorbeeld gelijke rechten voor Duitsers en Tsjechoslowaken) - om op het Westen de indruk te maken van een tegemoetkomende onderhandelaar - met onvervulbare eisen om president Beneš in verlegenheid te brengen (bijvoorbeeld het recht om het fascisme uit te dragen.)