Luchtaanval op Guerníca
GUERNÍCA, 27 april - Guerníca, de oude hoofdstad van Baskenland met de eik waaronder in vroeger tijden de Baskische rechtspraak plaatsvond, is gisteren door het Duitse Condorlegioen, dat aan Franco's zijde aan de Spaanse burgeroorlog meedoet, gebombardeerd.
Het bombardement van deze open stad, die in de bestaande militaire constellatie weinig strategische waarde heeft, begon even voor half vijf in de middag en duurde ruim drie uur. Junkers- en Heinkel-bommenwerpers losten hun fatale lading boven de stad, terwijl Heinkel-jachtvliegtuigen laag over de stad en de directe omgeving scheerden en de bevolking, die een goed heenkomen trachtte te vinden, mitrailleerden.
Pater Alberto de Onaindiá, een ooggetuige, vertelde over het leed dat de laffe aanval veroorzaakte: ‘Om mij heen lagen mensen geknield te bidden en sommigen strekten hun armen in de vorm van een kruis ten hemel, God smekend om genade... De eerste uren van de avond waren het afschuwelijkst; mannen, vrouwen en kinderen zwierven door de bossen, zoekend naar familieleden. Meestal vonden zij slechts met kogels doorzeefde lijken.’ Het enige object van strategisch belang, de brug over de Mundaca, werd niet geraakt. Ten minste 200 mensen verloren het leven en veel meer raakten gewond.
Het terreurbombardement op een burgerdoel heeft in de internationale pers grote verontwaardiging gewekt. Veel katholieken die kritisch stonden tegenover het Volksfront, kiezen nu partij voor de geterroriseerde Baskische boeren. Voor links is het bombardement van Guerníca het zoveelste bewijs van de barbaarse methoden die de fascisten tegenover onschuldige burgers gebruiken.
De nationalisten, geschrokken van de negatieve reacties die de aanval veroorzaakte, trachten zich nu van de schuld te ontdoen. ‘Guerníca werd verwoest door brandbommen en benzine, door de rode horden gebombardeerd en in puin geschoten,’ zo is vandaag in de nationalistische pers te lezen.