Akkoorden van Matignon
PARIJS, 8 juni - Vannacht is in Hôtel Matignon, de ambtswoning van de Franse minister-president, overeenstemming bereikt tussen de vertegenwoordigers van de bonden en die van de werkgevers, dank zij de bemiddeling van de regering. Het is de eerste politieke daad van het kabinet-Blum, dat op 4 juni tot stand kwam en twee dagen later de goedkeuring van de Kamer van Afgevaardigden kreeg. Op 1 juni al was onder voorzitterschap van de minister van Arbeid een commissie bijeengekomen die de mogelijkheid moest bestuderen om een collectieve arbeidsovereenkomst voor de metaalbedrijven in Parijs en omstreken af te sluiten.
Sedert de overwinning van het Volksfront, meer dan een maand geleden, zijn bij duizenden Franse bedrijven stakingen uitgebroken. Deze begonnen bij de vliegtuigfabrieken en breidden zich als een lopend vuurtje uit, alsof de overwinning van links ineens de angst voor de werkgevers had weggenomen. Overal viel een rustige, vrolijke sfeer waar te nemen. Bekende artiesten, onder wie Mistinguett, zijn opgetreden voor de stakende arbeiders, die voor het merendeel de bedrijven bezetten.
De nu bereikte akkoorden van Matignon houden in: belangrijke loonsverhogingen (de salarissen waren er de laatste tijd 20 tot 25 procent op achteruit gegaan), een 40-urige werkweek, een betaalde vakantie van veertien dagen, en per bedrijfstak te sluiten collectieve arbeidsovereenkomsten. Daarnaast zullen ook de rechten van de vakbonden gewaarborgd zijn.
Léon Blum, de nieuwe minister-president, wordt wel verweten dat hij een maand te lang gewacht heeft met het vormen van een regering. Gedurende die tijd kon het aftredende kabinet-Sarraut slechts lopende zaken afwikkelen. De oude Kamer van Afgevaardigden had echter nog zitting tot 4 juni, en daarin had het Volksfront geen meerderheid. Het kabinet-Blum zou daar dus waarschijnlijk weggestemd zijn, ondanks het feit dat het bestaat uit radicalen en socialisten en dat de communisten er geen zitting in hebben. De laatsten weigerden na rijp beraad om aan de regering deel te nemen, voornamelijk om de middenklassen, toch al bevreesd voor de ‘bolsjeviki’, niet nog meer af te schrikken. Dat heeft rechts er overigens niet van weerhouden dagelijks haar haat te uiten tegen Léon Blum, die behalve socialist ook nog jood is. In de Senaat veroorzaakte Xavier Vallat een incident door te verklaren dat Frankrijk thans voor het eerst door een jood geregeerd wordt. Herriot protesteerde: ‘Ik ken in dit land noch joden, noch katholieken, noch protestanten. Ik ken slechts Fransen’. Het antisemitisme is er in Frankrijk sinds de Dreyfus-affaire niet minder op geworden.