Ruime meerderheid Volksfront in Spanje
Spaanse kiezers worden opgeroepen te stemmen op het Frente Popular
De republikeinse voorman Azaña.
MADRID, 16 februari - Het Frente Popular (Volksfront), een coalitie van linkse partijen, heeft in Spanje een grote meerderheid behaald bij de parlementsverkiezingen van vandaag. De linkse partijen krijgen 263 zetels in het Spaanse parlement, de Cortes. De rechtse partijen, die verenigd zijn in het Nationaal Front, leggen beslag op 133 zetels en de centrumpartijen op 77.
De algemene verkiezingen waren eind 1935 door de conservatieve president Alcalá Zamora uitgeschreven, nadat premier Portella Valladares zijn pogingen om een nieuwe regering te vormen moest staken.
Ondanks de doorgaans grote onderlinge verdeeldheid zagen twee republikeinse partijen, de socialisten, de communisten en twee links-radicale partijen kans om op 15 januari van dit jaar tot overeenstemming te komen over de vorming van een volksfront. Een belangrijk programmapunt was de eis tot amnestie voor de politieke gevangenen, die bij de arbeidsonlusten van oktober 1934 in hechtenis zijn genomen. Dit programmapunt was voor de anarcho-syndicalistische vakbond CNT, die zich principieel tegen elke vorm van parlementarisme keert, reden om zijn aanhangers deze keer niet tot ‘no votad’, een boycot van de verkiezingen, aan te zetten. Waarnemers menen dat de stemmen van de anarchisten een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de verkiezingsoverwinning van het Volksfront.
Verwacht wordt dat Manuel Azaña, die in de periode 1932-1934 verscheidene malen premier was, een nieuwe regering zal vormen.
Gil Robles, de leider van de CEDA, de Katholieke Conservatieve Federatie.