Gedrag Italië afgekeurd
Het Abessijnse leger staat machteloos tegenover de moderne uitrusting van de Italianen.
GENEVE, 10 oktober - Een week na de Italiaanse inval in Abessinië hebben vijftig lidstaten van de Volkenbond gestemd voor economische sancties tegen Italië, dat schuldig wordt bevonden aan agressie tegen een lidstaat van de bond.
Mussolini, die heeft gezegd dat ‘het fascisme de glorie van een overwinning nodig heeft’, heeft de Italiaanse invasie op 3 oktober omschreven als verdediging tegen barbaarse Abessijnse agressie. Hij vindt daar echter weinig steun voor, want het is duidelijk dat Italië zich al maanden aan het voorbereiden was op oorlog tegen Abessinië. In Italië zelf is de oorlogsverklaring aanvankelijk met weinig enthousiasme ontvangen, maar de veroordeling door de Volkenbond heeft het Italiaanse patriottisme aangewakkerd.
Het leger van Abessinië blijkt inmiddels geen partij voor de massale Italiaanse legermacht (er zijn nu 250 000 Italiaanse soldaten in Oost-Afrika). De Italiaanse troepen vallen vanuit Eritrea en Somaliland aan en steden worden gebombardeerd. Op 6 oktober werd Aduwa ingenomen en hiermee is de nederlaag van 1896 gewroken.
De invasie heeft het vertrouwen in de Volkenbond geschokt, wiens bemiddelingspoging zonder resultaat is gebleven, en geleid tot de ernstigste internationale crisis in Europa sinds het uitbreken van de Grote Oorlog. Vooral de Britten zijn ongerust over een mogelijke Italiaanse bedreiging van hun bezittingen in Afrika.
De sancties komen echter niet neer op een volledig economisch en militair embargo. Frankrijk wil niet te hard optreden om de Italiaanse steun tegen Duitsland niet te verspelen, en ook Engeland blijft aansturen op een vergelijk met Rome.