Panamerikaanse conferentie
MONTEVIDEO, 26 december - De zevende Panamerikaanse conferentie in de Uruguayaanse hoofdstad Montevideo is beëindigd. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Cordell Hull, heeft ingestemd met de ondertekening door de Verenigde Staten van een verklaring waarin staat dat ‘geen enkel land het recht heeft tussenbeide te komen in de binnenlandse of buitenlandse aangelegenheden van een ander land’.
Deze zogenaamde Conventie over de rechten en plichten van Staten betekent het formele einde van het recht dat de Verenigde Staten zichzelf toekenden om zich te mengen in de binnenlandse aangelegenheden van Latijnsamerikaanse landen. Dit ‘recht’ werd door de VS vastgelegd in de zogenaamde ‘Roosevelt corollary’ van de Monroe-doctrine.
In 1904 verklaarde de toenmalige Amerikaanse president Teddy Roosevelt dat de VS het recht hadden eventueel gewapend in te grijpen in Latijns Amerika om Amerikaanse belangen veilig te stellen.
Toen Franklin Delano Roosevelt in 1933 als president werd beëdigd, kondigde hij een nieuw beleid van de VS aan ten aanzien van Latijns Amerika. Dit beleid van ‘good neighbourhood’ is op de zevende Panamerikaanse conferentie in Montevideo officieel bekrachtigd. ‘Het definitieve beleid van de Verenigde Staten verzet zich van nu af aan tegen gewapende interventies,’ aldus president Roosevelt in een toelichting op het akkoord.