Politieke crisis Spanje
MADRID, 9 juni - De Spaanse president Niceto Alcalá Zamora heeft de regering naar huis gestuurd nadat haar positie door felle parlementaire opposite en voortdurende stakingen steeds moeilijker was geworden. Premier Azaña blijft aan, maar moet met een nieuwe regeringsploeg proberen de groeiende onrust in te dammen.
De oppositie tegen de republikein Azaña had na het bloedbad van Casas Viejas in januari aan kracht gewonnen. De lokale verkiezingen in april werden beschouwd als een nederlaag voor de regering. De rechtse oppositie was inmiddels overgegaan tot de tactiek van parlementaire obstructie, en toen op 17 mei de omstreden Wet op de religieuze congregaties werd aangenomen, hield de president de ondertekening ervan zolang mogelijk tegen.
De regering is ook onder druk gezet door een vrijwel onafgebroken reeks stakingen, die eerder door politieke dan economische motieven zijn ingegeven en die streven naar een Spaanse revolutie.
Steden als Barcelona, Zaragoza, Oviedo, Coruña en Sevilla zijn het toneel van felle betogingen van arbeiders.