Tweede Vijfjarenplan SU
MOSKOU, januari - Sovjet-leider Stalin heeft het eerste Vijfjarenplan voltooid verklaard, hoewel dit pas drie jaar en acht maanden geleden van start is gegaan. Het tweede Vijfjarenplan, met de uitvoering waarvan deze maand is begonnen, voorziet opnieuw in zeer grote groeicijfers in de industrie, maar moet tevens leiden tot een aanzienlijke verbetering van de levensstandaard.
De Sovjet-economie heeft de afgelopen jaren sinds het eerste Vijfjarenplan in werking is getreden de indruk gewekt van een snelkookpan waarin onder zeer hoge druk een industriële grootmacht uit de grond is gestampt. De resultaten van de geforceerde omvorming van de Sovjet-economie zijn indrukwekkend.
Zo is de staalproduktie sinds 1929 met 40 procent gestegen, de produktie van elektriciteit met 150 procent. Ook op het gebied van andere sectoren van de zware industrie zijn zeer hoge groeicijfers bereikt.
Daar staat tegenover dat de produktie van consumptiegoederen en vooral de landbouwproduktie ver bij de verwachtingen zijn achtergebleven. De lichte industrie is verwaarloosd in vergelijking met de zware, en in de landbouwsector heeft de gedwongen collectivisatie tot een produktiedaling geleid waarvan het land zich nog zal moeten herstellen. Hoe scherp deze daling is geweest valt moeilijk vast te stellen: in de statistieken zijn de resultaten vervormd doordat nieuwe produkten tegen een hogere prijs zijn genoteerd, hetgeen vergelijking moeilijk of zelfs onmogelijk maakt. Bovendien zijn de doeleinden van het eerste Vijfjarenplan op last van de ambitieuze Stalin tussentijds voortdurend verhoogd tot plancijfers die onder geen enkele voorwaarde konden worden gerealiseerd. Volgens de in april 1929 aangenomen versie moest de produktie in de zware industrie verviervoudigen en moest tegelijkertijd de produktie van de landbouw en de lichte industrie omhoog.
Politiek is deze gedwongen omvorming tot een straf geleide planeconomie gepaard gegaan met zuiveringen op grote schaal.
Sinds de start van het eerste Vijfjarenplan heeft ook de aansluiting van boeren bij collectieve boerderijen een gedwongen karakter gekregen. De collectivisatie diende zowel een politiek als een economisch doel, aangezien ze de staat een vaste landbouwopbrengst garandeert. De collectieve boerderijen (kolchozen) krijgen land toegewezen van de staat en moeten in ruil daarvoor belasting betalen en voedselleveranties opbrengen, waarvoor de staat centraal vastgestelde, lage prijzen betaalt.
Van de voor deze periode geplande mechanisatie van de collectieve sector is nog maar weinig terechtgekomen.
De gedwongen collectivisatie stuitte bij de boeren, zowel bij de Koelakken als bij de middelgrote, zelfstandige boeren, op fel verzet, vooral in de belangrijke graan producerende gebieden (Oekraîne, Wolga, Noord-Kaukasus). Veel boeren slachtten hun vee liever dan het de collectieven te geven. Dit verzet werd met geweld beantwoord. Stalin heeft miljoenen boeren die weigerden zich te laten collectiviseren naar kampen in Siberië gestuurd in het kader van ‘de liquidering van de koelakken als klasse’. Het totale aantal doden dat bij de deportaties en in de kampen is gevallen, loopt in de miljoenen. Daarbij komt dat in grote delen van de Oekraîne en het Wolgagebied al sinds anderhalf jaar een ernstige hongersnood heerst, veroorzaakt door enerzijds de collectivisatie en anderzijds de droogte.