Nationaal kabinet-Tardieu
PARIJS, 21 februari - Het lijkt wel stuivertje-wisselen! Tardieu volgt als minister-president Laval op, nadat deze door de Senaat ten val was gebracht. In december 1930 waren de rollen omgekeerd. Hoe dan ook: er verandert weinig of niets. Dezelfde ministers behouden dezelfde portefeuilles.
Ondanks herhaalde pogingen om niet alleen in naam een ‘kabinet van nationale eenheid’ samen te stellen, heeft de gehele linkervleugel van de Kamer geweigerd in het kabinet zitting te nemen. Mogelijk hoopt met name gematigd links (de radicalen) op een overwinning bij de kamerverkiezingen, die begin mei gehouden moeten worden. De radicalen wensen zich zo min mogelijk te compromitteren in gezelschap van Tardieu en Laval, die beiden een steeds slechtere naam beginnen te krijgen.
De val van Tardieu, nu ruim een jaar geleden, stond in verband met het Oustric-schandaal: het faillissement van een frauduleuze bankier, die verschillende ministers bij zijn zaak had weten te betrekken. Het is ook algemeen bekend dat Tardieu onderhands geld geeft aan verschillende ultrarechtse bewegingen, die voor geweldpleging geenszins terugschrikken. Tardieu gebruikt deze mensen onder andere als leden van zijn ordedienst.
Laval van zijn kant heet van alle walletjes te eten. Hij vaart er wel bij, terwijl hij destijds straatarm uit Auvergne naar Parijs kwam.
Niettemin hebben deze in een sfeer van corruptie vertoevende regeringen verscheidene sociale maatregelen doorgevoerd. Zo is de eerste stap gezet op weg naar gratis onderwijs, kunnen oudstrijders voortaan rekenen op pensioen en behoeven ziekte en ouderdom niet meer noodzakelijk armoede te betekenen, terwijl er dank zij de Wet-Loucheur voordelige woningen gebouwd gaan worden.
Die sociale verbeteringen zijn overigens geen overbodige luxe. De crisis begint ook in Frankrijk toe te slaan. De werkloosheid neemt hand over hand toe.
De economische toestand heeft echter slechts indirect te maken met de val van het kabinet-Laval. Om zijn kans op een verkiezingsnederlaag (die wél met de economische problemen in verband zou staan) te verkleinen, wilde Laval het kiesstelsel wijzigen in een kiesdistrictenstelsel met één in plaats van twee ronden.
De Kamer van Afgevaardigden ging akkoord, de Senaat echter in het geheel niet.