Peruaanse dictator Leguía aan de kant geschoven
LIMA, 25 augustus - De Peruaanse dictator Augusto Leguía, die sinds 1919 aan de macht is, is afgezet. De rebellie tegen Leguía werd geleid door kolonel Luis Sánchez Cerro. Deze heeft de macht overgenomen en verkiezingen in het vooruitzicht gesteld. Leguía heeft getracht met een schip naar Groot-Brittannië uit te wijken, maar hij is gearresteerd en overgebracht naar een eilandje voor de kust van Peru.
Augusto Leguía was president van 1908 tot 1912 en kwam opnieuw aan de macht in 1919. Hij liet zich via ongrondwettelijke verkiezingen tweemaal herkiezen. Politieke tegenstanders, met name aanhangers van de APRA, de Alianza Popular Revolucionaria Americana die in 1924 werd opgericht door Haya de la Torre, liet hij meedogenloos vervolgen. De APRA pleitte voor een planeconomie en de nationalisatie van buitenlandse ondernemingen. Leguía was de meest gruwelijke tiran die Peru tot nu toe gekend heeft. Gesteund door overvloedige Amerikaanse kredieten begon hij in het begin van zijn regeringsperiode met de aanleg van infrastructurele werken, onder andere in de hoofdstad Lima. Langs de kust werden irrigatieprojecten met een totale oppervlakte van 4000 km2 uitgevoerd. Om aan de behoefte aan hoog gekwalificeerd technisch personeel te voldoen opende de regering een landbouwschool in Lima. Leguía stimuleerde investeringen van Amerikaanse maatschappijen in de oliewinning, kopermijnen en landbouw. Officieel werd de staat van horigheid van de Indiaanse bevolking in het Andesgebergte door hem afgeschaft. Artikel 58 van de nieuwe grondwet (uit 1920) beschermde het land van de Indianen tegen onrechtmatige verkoop en vordering. De Indianen werden tot volwaardige burgers van Peru verklaard, maar in de praktijk veranderde er niets aan het lot van de Indiaanse boerenbevolking op het land van de grootgrondbezitters.
De val van Leguía werd ingeleid door de economische crisis van 1929. De waarde van de Peruaanse export van grondstoffen kelderde. Nationalistische stromingen konden bovendien moeilijk het akkoord aanvaarden, waarbij Peru met Chili een jaar tevoren was overeengekomen dat Arica definitief aan Chili zou toevallen. Arica behoorde tot 1879 aan Peru, maar werd toen door Chili veroverd in de Pacific-oorlog. Leguía had eveneens een grensakkoord gesloten met Colombia over een betwist stuk Amazone-oerwoud; hiertegen waren nationalisten in het leger gekant.