Spaanse dictator De Rivera treedt af
MADRID, 28 januari - De Spaanse generaal Primo de Rivera, die in 1923 de macht greep, is als premier afgetreden nadat het leger heeft duidelijk gemaakt dat het hem niet langer wenst te steunen.
De afgelopen twaalf maanden was de kritiek op Primo de Rivera sterk toegenomen: studentenrellen en kleine militaire opstanden zetten de dictatuur onder druk. Maar het zijn vooral de dalende waarde van de peseta, veroorzaakt door de kapitaaluitvoer, de slechte oogsten, de teruglopende betalingen van naar Zuid-Amerika geëmigreerde Spanjaarden en de wereldrecessie, die tot een storm van kritiek op het regeringsbeleid hebben geleid. Het. aftreden van minister van Financiën Calvo Sotelo kon het regime niet meer redden, te meer omdat ook koning Alfonso XIII de impopulariteit van Primo de Rivera en de algehele onvrede als een bedreiging voor zijn eigen positie ging zien.
Op 26 januari vroeg Primo de Rivera aan de commandanten van de militaire regio's van Spanje of hij hun steun nog had. Omdat een duidelijk ‘ja’ uitbleef, besloot hij af te treden en zich terug te trekken in Parijs, waar hij na anderhalve maand zou overlijden. Generaal Berenguer, Hoge Commissaris in Marokko, heeft als nieuwe premier nu de taak gekregen het land te normaliseren en de monarchie te redden.
Generaal Miguel Primo de Rivera en koning Alfonso XIII (eerste rij links en tweede van links).