Nieuwe decreten in Mexico over oliewinning
MEXICO-STAD, 27 maart - De Mexicaanse regering heeft nieuwe decreten uitgevaardigd over de oliewinning, nadat grote conflicten zijn gerezen met de Verenigde Staten over de olieconcessies.
De decreten komen nadat de nieuwe Amerikaanse ambassadeur in Mexico, Dwight Morrow, in oktober president Plutarco Elias Calles ervan had weten te overtuigen dat onderdelen van de Mexicaanse oliewetten de eigendomsrechten van buitenlanders kunnen schaden en nadat het Mexicaanse hooggerechtshof in november Amerikaanse oliemaatschappijen in het gelijk had gesteld.
De Amerikaanse bezwaren richtten zich tegen wetten ter uitvoering van het grondwetsartikel, dat bepaalt dat bodemschatten nationaal eigendom zijn. De Oliewet uit 1925 bepaalde dat het eigendomsrecht op oliegebieden moest worden omgeruild voor concessies voor oliewinning van vijftig en in sommige gevallen tachtig jaar. De eigendommen van maatschappijen, die hieraan niet voor 1 januari 1927 gehoor zouden geven, zouden in beslag worden genomen.
Het Amerikaanse protest was fel. Oliemaatschappijen stelden dat op deze manier met terugwerkende kracht land wordt geconfisqueerd. Eind 1926 nam in Washington de roep om interventie in kracht toe, en werd er zelfs gesproken over oorlog.
In januari 1927 daalde de spanning toen de Mexicaanse regering alleen maar de boorvergunningen introk van maatschappijen, die de wet hadden genegeerd. Het keerpunt in de impasse vormde de ontmoeting tussen ambassadeur Morrow en president Calles.