Abd al-Aziz koning Hedzjaz
MEKKA/LONDEN, 8 januari - Abd al-Aziz III ibn Abd al-Rahman ibn Faisal ibn Saoed heeft zich tot koning van de Hedzjaz uitgeroepen. De inhuldiging vindt vandaag plaats in de grote moskee in Mekka.
Deze verklaring van Ibn Saoed komt na een lange strijd met zijn tegenstanders in Arabië. Vanaf het begin van deze eeuw heeft hij, al oorlogvoerend, geprobeerd zijn tegenstander in Riaad, sjeik Rasjid, te overwinnen. Tijdens de Grote Oorlog kreeg Ibn Saoed hulp van de Engelsen. Hij richtte zijn strijd ook tegen het Ottomaanse Rijk, de vijand van Groot-Brittannië in de Grote Oorlog. Ibn Saoed kreeg £ 5000 subsidie per maand van de Engelsen.
In het westen van het land hadden de Engelsen nog een alliantie gesloten met de sjarif van Mekka, Hoessein ibn-Ali. Deze behoorde tot een zeer belangrijke islamitische stam, de Hasjemieten, waartoe ook profeet Mohammed behoorde. De Engelsen steunden de sjarif van Mekka in zijn strijd tegen het Ottomaanse Rijk. Na de oorlog werden twee van zijn zoons, Faisal en Abdoellah, tot koning benoemd, de ene van Irak en de andere van Transjordanië. Zelf werd hij tot koning van de Hedzjaz benoemd.
Ibn Saoed ging door met de oorlog, ondanks de pogingen van de Engelsen een vredesakkoord te bewerkstelligen tussen Ibn Saoed en Hoessein ibn-Ali. In 1920 kreeg het leger van Ibn Saoed de provincie Asir, die tussen de Hedzjaz en Jemen ligt, onder controle. In 1921 werden de laatste troepen van Ibn Rasjid uitgeschakeld door het leger van Ibn Saoed. In september 1924 nam Ibn Saoed de stad Taif, na een massamoord onder de inwoners, in bezit.
Koning Hoessein ibn-Ali trad af en zijn zoon Ali werd in Mekka tot koning gekroond. Ibn Saoed weigerde de nieuwe koning te erkennen en trok in december 1924 Mekka binnen om zijn
Abd al-Aziz.
macht daar te vestigen. De steden Dzjeddah en Medina waren nog steeds in handen van de Hasjemieten, de aanhangers van koning Hoessein ibn-Ali. Eind 1925 werden deze tweesteden ook door Ibn Saoed veroverd. Hij had nu alle gebieden van de Hedzjaz volledig in zijn macht. Hoessein ibn-Ali vluchtte naar Cyprus.
Koning Abd al-Aziz ibn Saoed behoort tot de Saoedi-stam uit Nedzjed, in het midden van Arabië. Deze stam hangt het wahhabitische geloof aan. De Wahhabieten zijn de volgelingen van Mohammed ibn Abd al-Wahhab (1703-1791). Deze pleitte voor een zuiver islamitisch geloof, en weigerde de heilige plaatsen te vereren. Hij geloofde dat God één is en dat degenen die afstand namen van de oorspronkelijke islamitische wetten hard gestraft moesten worden.
Abd al-Aziz werd rond 1880 geboren in Riaad, de hoofdstad van Nedzjed. Zijn vader, Abd al-Rahman, was de jongste van vier broers, kinderen van Amir Faisal, sultan van Nedzjed (1834-1867).