Weinig succes Fransen in Syrië
PARIJS, DAMASCUS, 24 augustus De Druzische opstandelingen onder leiding van Sultan Pasja al-Atrasj hebben veel succes geboekt in de aanval tegen de Franse troepen in Syrië.
De Druzen hebben een belangrijke rol gespeeld in de oorlog tegen het Ottomaanse Rijk door steun te geven aan de troepen van emir Faisal en de geallieerde landen. Op 4 maart 1921 bereikten de Druzen een akkoord met de Franse Hoge Commissaris, Robert de Caix, waarin werd verklaard dat de Druzen hun eigen lokale regering in de Dzjebel ed-Druz zouden krijgen, die onder mandaat van de Fransen zou komen te staan.
Op 1 mei 1921 werd Salim Pasja al-Atrasj tot gouverneur gekozen van de hoofdstad van de nieuwestaat, Suwayda. De macht van Salim Pasja duurde niet lang. Hij stierf in september 1923. De relatie tussen de Druzen, nu onder leiding van Sultan Pasja al-Atrasj, en de nieuwe Franse Hoge Commissaris, generaal Sarrail, verslechterde. Op 11 juli gaf de generaal het bevel om een delegatie van de Druzen die in Damascus was, te arresteren.
Op 20 juli kwam Sultan Pasja al-Atrasj in opstand. De Franse troepen werden door de Druzen van verschillende kanten aangevallen. De Druzen hebben een algemene opstand tegen de Fransen uitgeroepen. Ondanks het feit dat de moderne Franse troepen hard optreden, hebben ze daarmee tot nu toe weinig succes gehad.