Zuidslavië stemt in met Italiaanse annexatie Fiume
BELGRADO, 9 maart - Zuidslavië heeft vandaag na drie jaar dwarsliggen ingestemd met de Italiaanse annexatie van Fiume.
In ruil daarvoor heeft Italië zijn aanspraken op grote delen van de Dalmatische kust laten vallen en heeft het ook het bij Fiume gelegen Porto Barros aan Zuidslavië afgestaan.
Met de beslissing van Zuidslavië komt een eind aan een kwestie die negen jaar heeft gesleept. De Italianen werd in 1915 een fors deel van de Dalmatische kust beloofd, als beloning voor de Italiaanse deelneming aan de oorlog. Daar was Fiume overigens niet bij. Na de oorlog eiste Italië prompt de bij het akkoord van Londen toegezegde gebieden op, hetgeen voor prins-regent Alexander reden was in 1918 grote haast te maken met de uitroeping van zijn Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen.
In datzelfde jaar beloofde Italië op een Congres van Onderdrukte Nationaliteiten het Zuidslavische zelfbeschikkingsrecht te erkennen, maar in 1919 deed Rome niets toen de flamboyante D'Annunzio met zijn proto-fascisten Fiume binnentrok en bezette.
Pas in november 1920 werd in het Verdrag van Rapallo een nieuwe grens bepaald. Italië kreeg het grootste deel van Istrië, vier Dalmatische eilanden en de stad Zara (Zadar).
Fiume werd een vrije stad, die in maart 1921 door de fascisten van Mussolini werd bezet. Pas sinds vandaag is die bezetting rechtmatig. In Belgrado heerst echter veel bitterheid en animositeit over het gedwongen afstaan van de belangrijke havenstad.