Dada organiseert optreden in Den Haag
DEN HAAG, 11 januari - Gisteravond was men in Den Haag in de gelegenheid de eerste Nederlandse dada-avond bij te wonen.
Dada is een beweging die vijf jaar geleden in Zürich ontstond en toen als belangrijkste doel leek te hebben om de kunst bestemd voor een publiek te vertrappen.
Langzaamaan is men de kunst toch weer als een nieuw begin gaan zien en heeft men een eigen richting gezocht. In Nederland kon men vooral via het tijdschrift De stijl kennismaken met de nieuwe kunst, en nu ook via de dadaavonden.
Op deze avonden treden op: de schilder Theo van Doesburg, zijn vrouw, de pianiste Nelly van Doesburg en de Duitse dadaïst Kurt Schwitters.
Van Doesburg opende de avond. Hij was geheel in het zwart gekleed met alleen een witte das en witte sokken, waarmee hij het effect van een fotonegatief maakte. Hij las zijn manifest Wat is dada? voor.
Tijdens het lezen klonk geregeld geblaf uit de zaal, afkomstig, naar later bleek, van Kurt Schwitters die dit beschouwde als een dadaïstische demonstratie. In zijn uiteenzetting legde Van Doesburg vooral uit wat dada niet is, en voor zover hij zei wat het wel is, verduidelijkte dat ook niet veel. Maar: ‘Dada verlangt geen intellectuele bevattingsmogelijkheid’.
Na Van Doesburg kwam Schwitters aan het woord, die onder andere zijn bekende An Anna Blume voorlas: ‘O du, Geliebte meiner siebenundzwanzig Sinne, ich liebe dir! - Du deiner dich dir, ich dir, du mir. - Wir? Das gehört (beiläufig) nicht hierher.’
Deze avond is het begin van een door de kunstenaars geplande dada-veldtocht door Nederland.