Turken verdrijven Grieken
Griekse inwoners van Smyrna op het punt de stad, die deels door Turkse nationalisten in puin is geschoten, te ontvluchten.
SMYRNA/ATHENE, 30 september -Turkse troepen hebben de Grieken op 16 september uit Klein-Azië verdreven. De belangrijke stad Smyrna viel op 9 september in handen van de Turken. Onder de Griekse bewoners van de stad is een groot bloedbad aangericht. Zo is de droom van een Grieks rijk in Klein-Azië vervlogen en staat Griekenland weer met beide benen op de (Europese) grond.
Griekenland koesterde deze droom sinds de oorlog 1914-1918. In deze oorlog schaarde Griekenland onder premier Venizelos zich in juni 1917 aan de kant van de Geallieerden. Griekenland nam deel aan het offensief dat in de herfst van 1918 tot de capitulatie en de ondertekening van een wapenstilstand door Turkije leidde. Bij het Verdrag van Sèvres (1920) met Turkije werd bepaald dat Griekenland Europees Turkije (zonder Constantinopel) en Smyrna in Klein-Azië zou verkrijgen. De Turkse nationalisten van Kemal Pasja weigerden deze Griekse aanspraken echter te honoreren. De Geallieerden - met uitzondering van de Britse premier Lloyd George, die de Grieken enige steun gaf - bleken de Griekse aanspraken geen gestand te willen doen. De Griekse poging om op eigen kracht de Turkse naleving van het Verdrag van Sèvres af te dwingen liep op een catastrofe uit.
De Griekse nederlaag in Klein-Azië heeft in Athene tot grote politieke consternatie geleid. Een militaire opstand onder leiding van de antiroyalistische militair Nikolaos Plastiras dwong koning Constantijn, die verantwoordelijk wordt gesteld voor het debâcle in Klein-Azië, op 27 februari tot aftreden ten gunste van zijn zoon George II. Constantijn heeft het land reeds verlaten. Alexandros Zaimis heeft vandaag een nieuwe regering gevormd.