Witten op de terugtocht
IRKOETSK, 7 februari - Vandaag is admiraal Koltsjak, een van de voornaamste leiders van de contrarevolutie, door de bolsjeviki gefusilleerd. Hij viel in november van het vorig jaar in handen van het Rode Leger, nadat zijn offensief langs de Midden-Wolga door de bolsjeviki was teruggeslagen.
In de Russische burgeroorlog zijn de Witten steeds meer op de terugtocht. Het noordelijk offensief van generaal Joedenitsj, dat in september 1919 begon, was al eerder vastgelopen. Gesteund door Engelse tanks begon het leger van Joedenitsj op 28 september een offensief langs de Finse Golf met het doel Petrograd te veroveren. Rond 20 oktober vielen Jamburg, Krasnoje Selo, Gatsjina en Detskoje Selo in handen van de Witten. In Petrograd werd de algemene mobilisatie afgekondigd.
Enige dagen later begon het Rode Leger echter een grootscheeps tegenoffensief, dat een keerpunt in de burgeroorlog lijkt te zijn. Joedenitsj' leger werd naar Estland teruggedreven. Bij Voronezj braken de Sovjetrussische troepen door en dreven zo een wig tussen de eenheden van Wrangel en de rest van Denikins leger. Eind oktober viel Orjol in bolsjevistische handen. Hierdoor wijzigde de militaire balans zich ten gunste van het Rode Leger. De eenheden van de Witte vrijwilligers trokken zich terug. In de Oekraîne vielen Machno's anarchisten de terugtrekkende eenheden van generaal Denikin aan en zorgden voor grote verwarring. In december bezetten de Roden de Oekraîne en het gebied rond de Don. Bij Rostov wisten de Witten enige weken stand te houden, maar uiteindelijk werden Denikin en zijn troepen gedwongen via Novorossisk naar de Krim te vluchten.