VS in ban van ‘Red Scare’
WASHINGTON, 22 december - Nadat in 1917 de vrees voor ‘on-Amerikaanse activiteiten’ haar neerslag had gevonden in de Spionagewet, heeft de collectieve achtervolgingswaan in de Verenigde Staten nu een hoogtepunt bereikt. Een groot aantal linkse arbeidersleiders is gearresteerd op verdenking van revolutionaire activiteiten.
Direct na de oorlog waren er grote stakingen uitgebroken met het doel het inkomensverlies door de inflatie gecompenseerd te krijgen.
Tegelijkertijd begonnen anarchisten explosieven te sturen naar hoogwaardigheidsbekleders. Er werd een bom gegooid naar het huis van minister van Justitie Palmer, waarna een ware campagne losbarstte tegen alles wat maar radicaal was.
De vrees dat de revolutionaire stemming in Europa naar de Verenigde Staten overwaait is zo groot dat 250 arbeidersleiders naar Rusland zijn uitgewezen.
Vijf sociaal-democraten, politici zonder enige revolutionaire ambities, zijn als staatsgevaarlijke elementen verwijderd uit het Huis van Afgevaardigden van de staat New York.
Palmer voorspelt dat op 1 mei 1920 de revolutionairen in de VS zouden proberen de macht te grijpen.