Vredesverdrag Oostenrijk
SAINT-GERMAIN-EN-LAYE, 10 september - In het Franse Saint-Germain-en-Laye is vandaag het vredesverdrag getekend tussen Oostenrijk en de Geallieerden.
Het vredesverdrag, waarvan de tekst eergisteren door het Oostenrijkse parlement was goedgekeurd, bevestigt het verlies van alle door nationale minderheden bewoonde gebieden van de oude dubbelmonarchie: de grenzen van het keizerrijk zijn min of meer etnisch bepaald als gevolg waarvan grote gebiedsdelen naar Tsjechoslowakije, Italië, Hongarije, Roemenië, Polen en het Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen zijn gegaan.
Het zelfbeschikkingsrecht, vervat in president Wilsons ‘veertien punten’, is echter niet toegepast op Duitssprekende gebieden in Bohemen en Moravië, die deel blijven uitmaken van Tsjechoslowakije - daar wonen 3,5 miljoen Duitssprekenden -, en Zuid-Tirol, waar een kwart miljoen Duitssprekende Italiaanse staatsburgers wonen.
Artikel 88 van het vredesverdrag verbiedt Oostenrijk uitdrukkelijk zich zonder instemming van de Volkenbond bij Duitsland te voegen en verbiedt Oostenrijk tevens zich nog Duits Oostenrijk te noemen; de nieuwe naam van het land wordt Republiek Oostenrijk. De Oostenrijkse regering en alle grote partijen zijn voorstander van de Oostenrijkse aansluiting bij Duitsland. Dit verbod en de bekrachtiging van het gebiedsverlies tonen aan dat de Geallieerden Oostenrijk niet wensen te beschouwen als een van de nieuwe staten die zijn ontstaan uit het ter ziele gegane keizerrijk, maar als de westelijke helft van de romp van dat keizerrijk.
Oostenrijk is er zelfs niet zeker van dat het Karinthië kan behouden. Het vredesverdrag bepaalt dat in twee zones van Karinthië, waar veel Slovenen wonen en waar het Zuidslavische koninkrijk aanspraak op maakt, een volksstemming moet worden gehouden.