Relativiteitstheorie Einstein is juist
LONDEN, 29 mei - De algehele zonsverduistering die vandaag op het zuidelijk halfrond kon worden waargenomen, heeft een indirect bewijs geleverd voor de juistheid van de algemene relativiteitstheorie. Deze theorie werd in 1916 door de inmiddels wereldberoemde natuurkundige Albert Einstein gepubliceerd.
Al in 1905 deed Einstein van zich spreken door drie geruchtmakende artikelen te publiceren. In het eerste artikel verklaarde hij het foto-elektrisch effect door het bestaan van ‘lichtdeeltjes’, de zogenaamde fotonen, te voorspellen. In een tweede artikel gaf hij een verklaring van de Brownse beweging: de bewegingen van stuifmeeldeeltjes op het water, die het eerste bewijs voor het bestaan van atomen opleverden. In het derde artikel legde hij de grondslag voor zijn specifieke relativiteitstheorie. Daarin kwam hij tot de conclusie dat de lichtsnelheid een absolute constante is. Dat wil zeggen dat elke waarnemer, hoe snel deze zelf ook beweegt, het licht met een snelheid van ongeveer 300 000 kilometer per seconde ziet voortijlen. Daarnaast concludeerde Einstein dat de absolute eenparige (niet versnelde of vertraagde) beweging niet te bepalen is. Alle eenparige bewegingen zijn relatief: ze zijn slechts ten opzichte van iets anders te meten en te definiëren. In deze twee postulaten ligt een derde, verbazingwekkend postulaat besloten: een universele tijd, die voor alle waarnemers dezelfde is, bestaat niet. Men kan dit ook als volgt uitdrukken: volgens Einstein lopen bewegende klokken langzamer dan klokken die niet bewegen.
In 1905 schreef Einstein nog een vierde artikel, dat hij pas twee jaar later volledig uitwerkte. Daarin toonde hij aan dat massa en energie gelijkwaardig zijn. Deze equivalentie wordt uitgedrukt in de formule E = mc2 (E = energie, m = massa, c = lichtsnelheid). Naar aanleiding van deze artikelen sprak Max Planck een kleine tien jaar geleden de verwachting uit dat Einstein zal worden beschouwd als de Copernicus van de 20ste eeuw. Daarin lijkt hij nu gelijk te krijgen.
In 1916 kwam Einstein met zijn algemene relativiteitstheorie. Dit was een uitbreiding van de specifieke relativiteitstheorie voor systemen die geen constante snelheid ten opzichte van elkaar hebben. Een van Einsteins conclusies was, dat licht in een zwaartekrachtveld moet worden afgebogen, of met andere woorden, dat de ruimte in de buurt van een massa wordt gekromd.
Albert Einstein.
De zonsverduistering van vandaag gaf de gelegenheid sterren te observeren waarvan de positie nauwkeurig bekend is. Het licht van deze sterren bleek inderdaad door de zon te worden afgebogen, waarmee de eerste indicatie voor de juistheid van Einsteins revolutionaire theorie is geleverd.