Opstand wordt onderdrukt
BERLIJN, 21 januari - Het pas eergisteren gekozen parlement zal begin volgende maand niet in Berlijn maar in de stad Weimar bijeenkomen om een nieuwe regering te vormen en het land een nieuwe, republikeinse constitutie te geven.
Dit heeft de demissionaire rijkskanselier Friedrich Ebert besloten in verband met de onlusten die in de Duitse hoofdstad, ook na het onderdrukken van de zogenaamde Spartakus-opstand, nog altijd voortduren.
De Spartakusbond, die op 1 januari zichzelf had uitgeroepen tot Communistische Partij Duitsland (KPD), had enkele dagen later een revolutionaire actie ontketend om daarmee de verkiezingen van 19 januari onmogelijk te maken.
Op 5 januari hadden gewapende mannen van de KPD de Berlijnse wijk waar de kranten worden gemaakt, bezet. Daarop had de regering de staat van beleg afgekondigd en op 11 en 12 januari met gezagsgetrouwe eenheden de opstand met harde hand neer geslagen. Enkele dagen later werden de KPD-leiders Liebknecht en Luxemburg neergeschoten - volgens officiële lezing van de legercommandant nadat zij hadden willen vluchten, volgens diverse ooggetuigen in koelen bloede.
Op 19 januari werden vervolgens de verkiezingen gehouden. Winnaars werden de sociaal-democraten, de links-liberalen en het katholieke Centrum. De winst van deze laatste partij wordt vooral toegeschreven aan de vrouwelijke kiezers. Zij maakten 54 procent van alle kiezers uit en hadden voor het eerst stemrecht.
De beslissing om niet in Berlijn maar in de Thüringse stad Weimar bijeen te komen, is overigens niet alleen ingegeven door angst voor ongeregeldheden in Berlijn. Ook wil men hiermee een distantie symboliseren tot het Pruisische verleden en een republiek stichten in de stad van Goethe en Schiller.
Boven: op de Alexanderplatz in Berlijn hebben twee Spartakisten zich verschanst achter een omgehaalde reclamezuil. Onder: Karl Liebknecht, een van de leiders van de Spartacusbond, houdt een rede.