Generaal Snijders mag aanblijven
DEN HAAG, 17 mei - Minister De Jonge van Oorlog heeft zich neergelegd bij het aanblijven van generaal Snijders als opperbevelhebber van het Nederlandse leger. De minister en de generaal waren tijdens de aprilcrisis met elkaar in conflict gekomen.
In april leek de mogelijkheid aanwezig (geruchten dienaangaande zijn overigens nooit bevestigd), dat Duitsland de kwestie van de goederendoorvoer van Duitsland naar België via Zuid-Limburg met militair geweld wilde oplossen. Generaal Snijders liet de regering toen weten dat naar zijn mening ons leger slechts betrekkelijk korte tijd weerstand zou kunnen bieden aan het Duitse leger, dit ten koste bovendien van zware verliezen en vernielingen. Weerstand, aldus de generaal, zou ‘doelloos’ zijn. De minister concludeerde hieruit dat de generaal kennelijk alle geloof in de zaak had verloren. In een buitengewone vergadering van de ministerraad vroeg hij het ontslag van generaal Snijders. Hij kreeg de steun van alle ministers, behalve van premier Cort van der Linden. Deze achtte het een slechte zaak, nationaal en internationaal gezien, wanneer of het kabinet of de opperbevelhebber opstapte.
Na een gesprek met koningin Wilhelmina deelde Cort van der Linden minister De Jonge mee, dat de koningin niet bereid was Snijders te laten gaan. De Jonge kreeg daarna van de koningin hetzelfde te horen. Het was een pittig gesprek; kort na aanvang had de koningin gecontroleerd of de deuren wel goed dicht waren. ‘Ik geloof dat het beter is dat men buiten niet hoort wat wij zeggen.’
De Jonge liet zich niet overtuigen, maar verklaarde zich bereid zijn ontslagaanvrage op te schorten tot hij met de minister-president had overlegd. De Jonge zwichtte ten slotte voor een dringend verzoek van Cort van der Linden om in het landsbelang aan te blijven.