Slachting aan de Somme
Britse cavalerie in actie aan het Somme-front in Frankrijk.
PARIJS, 2 juli - Het Frans-Britse offensief aan de Somme, ingezet om de Franse troepen bij Verdun die onder zware Duitse druk staan te ontlasten, dreigt na de eerste dag al op een totale catastrofe voor de Geallieerden uit te lopen. De Britten hebben op de eerste dag meer dan 55 000 man verloren - het grootste verlies in de Britse militaire geschiedenis - en amper een meter terrein gewonnen.
Het geallieerde offensief, dat onder leiding staat van de Britse generaal Haig en de Franse generaal Foch, had op 29 juni moeten beginnen maar werd vanwege het slechte weer uitgesteld tot 1 juli. Op deze zonnige zomerdag, zo besloot het hoofdkwartier, moest de doorbraak door de Duitse linies worden geforceerd. Om zeven uur 's ochtends bereikte het Britse artilleriebombardement zijn hoogtepunt en een halfuur later trokken Britse infanteristen ‘over de top’. Duizenden soldaten, die zich vanwege hun zware bepakking amper konden bewegen, sneuvelden nog voor ze de eerste Duitse loopgraaf bereikt hadden. ‘De in verspreide orde opgestelde linies begonnen keurig en volgens plan, maar smolten langzaam weg. Niemand aarzelde of probeerde terug te keren; de mannen vielen in het gelid, de meesten nog voor ze de eersten honderd meter in het niemandsland hadden afgelegd,’ zo beschrijft een ooggetuige het Britse debâcle. Slechts enkele geïsoleerde Britse eenheden slaagden erin de eerste Duitse loopgraven te bereiken, waar zij veelal door Duits vuur werden neergemaaid.
Het Franse aandeel in het offensief had meer succes. De Franse militairen bereikten al hun operatiedoelen in het zuidelijke gedeelte van het front zonder veel slachtoffers.
Verwoest spoorwegstation na een vliegtuigbombardement van de Geallieerden.