Dubbelzinnig
Het standpunt van Hoessein ten aanzien van de regering in Constantinopel was eveneens dubbelzinnig. Aan de ene kant was hij voor een panislamitisch land en aan de andere kant was hij een Arabisch nationalist. Hij wilde een Arabische nationalistische beweging vormen die zou moeten leiden tot de stichting van een groot Arabisch land. Hoessein koos uiteindelijk de tweede weg en kwam in verzet tegen de Ottomaanse regering. In zijn verzet tegen de Turken had Hoessein de steun van de Engelsen gekregen. Hij had een van zijn zonen, emir Abdoellah, naar Caïro gestuurd voor onderhandelingen met Lord Kitchener, de Engelse consul-generaal in Egypte. Deze politieke band met de Engelsen werd tijdens de oorlog sterker.
Toen Turkije op 5 november 1914 de Engelsen, Fransen en Russen de oorlog verklaarde, wilden de Engelsen gebruik maken van hun band met sjarif Hoessein ibn-Ali van Mekka in hun strijd tegen het Ottomaanse Rijk. De rol van Hoessein was heel belangrijk voor de Engelsen. In de eerste plaats was Hoessein een islamitisch leider die in verzet was gegaan tegen het Ottomaanse Rijk en in de tweede plaats leidde hij het verzet vanuit Mekka. Van de rol van Hoessein kon gemakkelijk gebruik worden gemaakt om veel moslims te mobiliseren tegen het Ottomaanse Rijk.
Lord Kitchener was intussen benoemd tot minister in het oorlogskabinet van Engeland. In die hoedanigheid stuurde hij een brief aan zijn vriend emir Abdoellah, waarin hij schreef dat Engeland, als de Arabische natie de Engelsen zou helpen in de oorlog tegen het Ottomaanse Rijk, zou garanderen dat er geen interventie zou plaatsvinden in de Hedzjaz en dat de Arabieren zouden worden geholpen tegen elke buitenlandse agressie. In ruil voor zijn hulp aan de Engelsen heeft Hoessein ibn-Ali Groot-Brittannië om hulp gevraagd bij de oprichting van een onafhankelijke Arabische staat. De volgende landen zouden onder andere tot de zogenaamde Arabische staat moeten gaan behoren: Syrië, Libanon, Jordanië, Mesopotamië en het Arabische schiereiland.