Conventies in Verenigde Staten
CHICAGO, 10 juni- Op de Conventie van de Republikeinse partij is gebleken dat de splitsing van 1912 nog van ernstige nawerking te lijden heeft: voor geen prijs wilde men Roosevelt terug, men zocht iemand die met het conflict van toen niets te maken heeft, een redelijk liberaal imago heeft, en ook de stemmen van Amerikanen van Duitse oorsprong kan trekken.
In de derde stemronde is uiteindelijk Charles Evans Hughes gekozen, een rechter van het Hooggerechtshof, met Charles Fairbanks als kandidaat voor het vice-presidentschap.
De nieuwe Progressieve partij, die met haar Conventie had gewacht tot die van de Republikeinen was gehouden, hopend dat de Grand Old Party misschien toch nog Roosevelt zou nomineren, zou een bittere teleurstelling te verwerken krijgen. Hoewel de partij onmiddellijk bij het begin van de Conventie weer Roosevelt kandidaat stelt, met John Parker als ‘running mate’, laat Roosevelt, die geen zin heeft in een herhaling van de smadelijke nederlaag van 1912, per brief weten dat hij de benoeming niet zal aanvaarden en de Republikeinse kandidaat Hughes zal steunen. De Conventie besluit uiteindelijk dat voorbeeld te volgen en tekent daarmee het definitieve doodvonnis van de Progressieve partij.
Op 14 juni wordt president Wilson op de Conventie van de Democratische partij in St. Louis met slechts één stem tegen opnieuw kandidaat gesteld voor het presidentschap. Kandidaat voor het vice-presidentschap is ook de zittende vice-president Thomas Marshall.