Einde schoolstrijd nabij
DEN HAAG, 11 maart - De staats-commissie-Bos die moest onderzoeken ‘in hoever een algemeen bevredigende regeling mogelijk is ter zake van de subsidiëring van het bijzonder onderwijs’, is vrijwel unaniem tot de conclusie gekomen, dat het openbaar en het bijzonder onderwijs financieel gelijkgesteld moeten worden. Indien de voorstellen van de commissie worden uitgevoerd, betekent dat het einde van de schoolstrijd, die ‘als het ware een wig is, die in ons volksleven is geslagen, en die van ons volk twee volken maakt’ (minister-president Cort van der Linden in 1913).
De commissie stelt voor een nieuw grondwetsartikel op te nemen, waarvan de kern luidt dat het bijzonder lager onderwijs ‘dat aan bij de wet te stellen voorwaarden voldoet, naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs uit de openbare kas (zal worden) bekostigd.’
In de staatscommissie zitten vertegenwoordigers van alle politieke partijen. Alleen de liberaal Tydeman neemt een enigszins afwijkend standpunt in. Hij verzet zich niet tegen de financiële gelijkstelling, maar wenst waarborgen dat het openbaar onderwijs niet in zijn voortbestaan wordt bedreigd.