Succes Belgen aan IJzer
Duitse troepen worden bedreigd door het stijgende water aan het IJzerfront.
BERLIJN, 31 oktober - Na een algemene Duitse aanval tussen Nieuwpoort en Rijsel, die door keizer Wilhelm II van nabij werd gevolgd, hebben de Duitse troepen zich gisteravond laat en vanmorgen moeten terugtrekken. Na gevechten bij Ramskapelle en Pervijze en hevige tegenaanvallen met mitrailleurvuur, waardoor hele pelotons Duitse soldaten zijn weggemaaid, merkten Duitse troepen gistermiddag plotseling dat de weilanden achter hen modderig werden en het water begon te stijgen.
De Belgische kapitein Umé zou er in de late avond van 29 oktober in zijn geslaagd met enkele soldaten via een sluisdeur in het kanaal Nieuwpoort-Veurne de schuiven te bereiken. Deze bleken niet door Duitsers te zijn bewaakt. Daarna zou hij met krukken de toegangen tot de Noord vaart hebben geopend, waardoor bij de nachtelijke vloed honderdduizenden kubieke meter water ongemerkt het land op stroomde. Tegen de ochtend zouden zij bij eb de sluisschuif weer hebben gesloten. Het betreft hier de meest succesrijke inundatie van de afgelopen week, die de Belgen dank zij ingenieuze adviezen van schipper Hendrik Geeraert hebben weten uit te voeren.
De tegenslagen voor de Duitse legers betekenen dat nu een tweede poging om een doorbraak te forceren is mislukt. De nieuwe opperbevelhebber von Falkenhayn had getracht in Noord-Frankrijk een beslissende slag te leveren. Daartoe was onder meer per trein het 6de Duitse leger, onder aanvoering van kroonprins Ruprecht van Beieren, uit Lotharingen naar Noord-Frankrijk overgebracht. Deze had opdracht gekregen om Amiens te veroveren en van daaruit naar de kust op te rukken. Nu een Blitzkrieg niet meer mogelijk was, had de Duitse legerleiding erop gespeculeerd om vóór de winter de rest van België en de industriegebieden en havens bij Calais te veroveren. Aanvankelijk werden enkele successen geboekt. Zo was op 10 oktober na beschietingen door Dikke Bertha's Antwerpen gevallen en had men op enkele plaatsen de rivier de IJzer overgestoken. Maar hier ontwikkelde zich algauw een loopgravenstrijd en bleek het Duitse leger te weinig eenheden te hebben om de continuïteit van de aanval te waarborgen.
Hoewel sindsdien nog aanvalsgolven over en weer te zien zijn, is de beweeglijke oorlogvoering als geheel nu mislukten richt het Duitse leger zich overal min of meer in op stabiele verdedigingslinies.