President Huerta wijkt voor verzet
MEXICO-STAD, 14 juli - De Mexicaanse president Huerta heeft zich gedwongen gezien af te treden na een aantal militaire successen van de opstandelingen.
Victoriano Huerta is zeventien maanden geleden aan de macht gekomen na een coup tegen president Madero, maar de hierop volgende moord op Madero speelde de opstandelingen in de kaart.
De aandacht die de ‘Zapatistas’ in het zuiden opeisten, maakte het mogelijk dat in het noorden opnieuw een revolutionaire beweging begon. Pancho Villa richtte een leger van 3000 man op dat de hoofdstad van de deelstaat Chihuahua wist te veroveren.
In de aangrenzende deelstaat Coahuila kwam Venustiano Carranza in opstand, een grootgrondbezitter die zich in 1911 bij Madero had aangesloten en later door hem tot gouverneur was benoemd.
Carranza's Plan van Guadeloupe riep op tot herstel van een grondwettige regering, maar besteedde weinig aandacht aan sociale hervormingen. Het ‘constitutionalistische’ leger van Carranza omvatte al snel 40 000 man en Villa sloot zich bij hem aan.
De positie van Huerta, die door de Amerikaanse interventie in Veracruz toch al was verzwakt, kwam nog verder onder druk te staan toen de opstandelingen vanuit het noorden een opmars begonnen.
Alvaro Obregon nam op 9 juli Guadalajara in, waardoor de weg naar Mexico-Stad openlag.