Coup in Turkije: Nazim Pasja doodgeschoten
CONSTANTINOPEL, 23 januari - ‘Jullie hebben me teleurgesteld, is dit jullie belofte? De honden hebben mij dit aangedaan.’ Dit waren de laatste woorden van Nazim Pasja voordat hij werd doodgeschoten.
Tijdens een kabinetsvergadering, waarbij Nazim Pasja, minister van Oorlog, aanwezig was, stonden mensen buiten het gebouw te protesteren tegen de Ottomaanse autoriteiten vanwege de nederlagen in de Balkanoorlog. Nazim Pasja verliet de vergadering en werd op de stoep van het gebouw doodgeschoten.
Nazim Pasja (geboren in 1848) voltooide zijn studie aan de militaire school Harbije waarna hij naar Frankrijk vertrok voor verdere studie. In 1908 werd hij benoemd tot bevelhebber van het tweede leger in Edirne en in 1912 werd hij minister van Oorlog.
Na de moord op Nazim Pasja wijzigt de sultan het kabinet en benoemt Sjevket Pasja tot grootvizier.
Sjevket Pasja werd in 1856 in Irak geboren en was vali (commissaris) van Basra. Hij was bevelhebber van het derde leger. Hij voltooide eveneens zijn studie aan de Harbije-school en heeft daarna meer dan negen jaar in Duitsland gewoond. Hij was bevelhebber van het derde leger. Hij is nooit lid geweest van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang, maar sympathiseert daar wel mee.
De protesten die hebben geleid tot de moord op Nazim Pasja, werden georganiseerd door Enver Bey en Taalát Bey. Beiden zijn bekende officieren in het Turkse leger en lid van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang. Het doel van dit Comité is de omverwerping van het bewind van sultan Abdül Hamid.
Nazim Pasja.