Regering besnoeit plan inzake de kustverdediging
DEN HAAG, 3 juli - Minister van Marine a.i.H. Colijn heeft het omstreden wetsontwerp inzake de kustverdediging aanzienlijk ingekrompen. Waren de posten van de oorspronkelijke plannen (uit 1910) begroot op ƒ25 miljoen, nu komt men uit op ƒ12 miljoen. (De voorgenomen vlootversterkingen zijn uit het wetsontwerp gelicht.) De bezuinigingen zullen ten goede komen aan de ‘levende strijdkrachten’, met name de artillerie.
De bouw van een fort bij Vlissingen, waartegen internationaal nogal wat bezwaren zijn geuit, is in de plannen gehandhaafd. Dit fort zal het Nederland in tijd van oorlog mogelijk maken de Westerschelde, en daarmee de Antwerpse haven, af te sluiten. In België, Engeland en vooral Frankrijk is daartegen geprotesteerd. Algemeen werd aangenomen, dat de plannen tot versterking van de Nederlandse kustverdediging onder Duitse druk tot stand zijn gekomen. In geval van oorlog, zo werd met name in Frankrijk geredeneerd, zullen de Duitsers Frankrijk alleen maar kunnen aanvallen via België, aangezien de Franse oostgrens door onneembare vestingwerken wordt beveiligd; de Nederlanders kunnen het dan onmogelijk maken de Franse troepen via Antwerpen te bevoorraden. De Nederlandse regering blijft echter van mening, dat voor het waarborgen van Nederlands neutraliteit de bouw van een fort bij Vlissingen (voor buitenlandse marines een haven van groot gewicht) onontbeerlijk is.