Elektronische tijdmeting op Spelen
STOCKHOLM, juni - Zweden sierde de Olympische Spelen op met voor het eerst elektronisch gemeten tijden. Het introduceerde ook, zij het nog in beperkte vorm, het dames-zwemmen. Boksen stond het daarentegen niet toe, tot ergernis van het IOC, dat in het vervolg kandidaten zonder voorwaarden zou selecteren voor de organisatie.
Er namen 28 landen deel, met 2490 mannelijke en 57 vrouwelijke sporters. Zweden hield het meeste goud in eigen land, al was de marge met Amerika uiterst miniem: 24 om 23, met Groot-Brittannië als nummer drie op de ranglijst (10 maal goud). België bemachtigde twee gouden plakken, dank zij schermer Paul Anspach, die ook de schermploeg naar de hoogste trede leidde. Nederland werd derde bij het schermen, evenals met het sabelteam en de voetbalploeg.
Op de marathon viel een dode. De 21-jarige Portugees Francisco Lazaro bleek in de slotfase bevangen door de hitte en moest met hartklachten worden overgebracht naar het ziekenhuis. Daar overleed hij een dag later. De Zuidafrikaan Kenneth McArthur werd winnaar van de marathon, vóór zijn landgenoot Christian Gitsham. Beiden hadden afgesproken samen de streep te passeren. Twee mijl voor de finish stopte Gitsham even om wat te drinken. McArthur zou wachten, maar liep onverwacht door.
De Spelen beleefden ook hun eerste overtreding van de amateurregels. De Amerikaan James Thorpe van Indiaanse afkomst blonk uit op de tienkamp. Bij terugkeer in New York werd hij met een tickertape-parade ingehaald. Kort daarop werd ondekt dat hij in de jaren 1909 en 1910 $ 25 had verdiend als honkballer in North Carolina. Het Amerikaans Olympisch Comité royeerde hem en het IOC eiste zijn medailles terug. Later werd hij in eigen land uitgeroepen tot de grootste atleet in de eerste helft van de negentiende eeuw. Burt Lancaster speelde zijn leven na in een over hem vervaardigde film. Thorpe raakte nog aan de slag in het prof-honkballen en het Amerikaans football.
De Fin Johannes Kolehmainen maakte geschiedenis door de vijf, de tien kilometer en de individuele cross-country te beheersen.
Net als in 1908 klasseerde het Nederlands elftal zich als derde bij het voetballen, weer achter Groot-Brittannië en Denemarken. De ploeg met onder meer de Spartaan Bok de Korver en
De Fransman Garon in actie bij het polsstokhoogspringen.
doelman Göbel wipte Zweden na verlenging (4-3), zegevierde ook over Oostenrijk (3-1), verloor weliswaar van Denemarken (4-1), maar plette Finland met maar liefst 9-0. UVV 'er Jan Vos zorgde voor vijf treffers in deze recordzege.